MEDICATIE IN RUSTHUIZEN
GEBRUIK TE HOOG EN KWALITEIT TE LAAG

 

 

INTERVIEW met DIRK DE MEESTER, hoofd zorgverlening LEIEHOME
bron: De Standaard - 8/12/2014

Het woonzorgcentrum Leiehome uit Drongen is erin geslaagd het
geneesmiddelengebruik van de bewoners drastisch terug te schroeven

'Verdriet moet je niet met medicatie oplossen'

Wat was het probleem?
Dirk De Meester: ‘Toen we halverwege 2012 wisselden van leverancier voor medicatie, maakten we een doorlichting van de geneesmiddelen die hier gebruikt werden. Dat was even schrikken. Het gebruik van psychofarmaca lag hoog, te hoog. Dat zijn de antidepressiva, de slaapmiddelen en de antipsychotica voor mensen met dementie. We scoorden lager dan het Vlaamse gemiddelde, maar dat wilden we niet als excuus gebruiken. Het moest beter. We wilden de mensen minder suf en meer alert maken.’

Hoe hebben jullie dat proberen te
doen?

‘We zijn begonnen met het organiseren van vormingssessies door experten over het gebruik van geneesmiddelen. Niet alleen vanuit educatief oogpunt, we wilden iedereen meekrijgen. Het personeel en de inwoners, maar ook de huisartsen en familieleden. Het gebruik als een gedeelde verantwoordelijkheid. Dat riep wel weerstand op. Kan mijn moeder niet gewoon een slaappil krijgen? Die opmerking. Uiteindelijk creëerden we toch een breed draagvlak.’

Ook bij de bewoners zelf?
‘Makkelijk was dat niet. We hebben een belangrijke les geleerd: als je iets wegneemt, moet je ook iets in de plaats doen. Door de slaapmiddelen af te nemen, sliepen de mensen effectief enkele nachten minder goed. Dat was ontwenning. We stonden hen daarin bij, gingen met hen praten. Voorts organiseerden we de dag ook anders. We lieten onder meer de activiteiten later beginnen.’

Voor antidepressiva is die stap toch moeilijker te zetten?
‘Sommige dingen vallen niet op te lossen met geneesmiddelen. En dat moet ook niet. Veel mensen zijn verdrietig doordat ze uit hun huis moeten. Dat is begrijpelijk. Maar dat mag niet verward worden met een depressie. Het is een kwestie van dat verdriet toe te laten. Dat geven we het personeel ook mee: soms moet je bepaald gedrag toelaten zoals roepen of ronddwalen. Al is dat niet altijd even makkelijk.’

Het project is twee jaar geleden van
start gegaan. Wat merkt u daar nu van
in de praktijk?

‘We merken dat het gebruik van kalmeermiddelen, slaappillen en antidepressiva significant is verminderd, tot ver beneden veel andere woonzorgcentra. Het globaal psychofarmacagebruik is gedaald met bijna vijftien procent. Over de levenskwaliteit, de alertheid en valincidenten zijn er geen harde cijfers, maar in de praktijk merken we beterschap. Naar mijn gevoel dutten de bewoners minder in, vallen ze minder. We zullen zeker op de ingeslagen weg verder gaan.’ (sco).

 

 

 

Dirk De Meester      

 

 

 

DUBBEL ZOVEEL PSYCHOFARMACA IN RUSTHUIZEN ALS THUIS

 

Rusthuisbewoners krijgen
teveel antipsychotica

met verhoogde kans op beroerte en sterfte

 
bron: VRT - Het Journaal - 11/07/2012

Bijna 30 procent van de rusthuisbewoners krijgen antipsychotica voorgeschreven om hun angsten en agressie te onderdrukken.
Dat is niet altijd nodig en het houdt ook risico's in. Ouderen zijn erg gevoelig voor de effecten van deze middelen en een doctoraatsonderzoek van verpleegkundige Majda Azermai toonde aan dat ze zelfs gevaarlijk kunnen zijn en een risico op beroerte en sterfte kunnen verhogen.

 zie ook CHEMISCH VASTBINDEN:
"Als je een antipsychoticum krijgt voorgeschreven is de kans dat je
binnen enkele maanden komt te overlijden 2 keer zo hoog..."

 

Marc Justaert (Christelijk ziekenfonds CM):
"Veel psychofarmaca om
de mensen kalm te houden"

Meer dan 40 procent van de rusthuisbewoners
krijgt antidepressiva voorgeschreven

 
bron: VRT - Het Journaal 1 - 12/05/2011

Een rusthuisbewoner heeft 1/4 meer kans om antidepressiva voorgeschreven te krijgen en dubbel zoveel kans om antipsychotica te krijgen dan een thuiswonende oudere met dezelfde zorgafhankelijkheid.
Ook tussen de rusthuizen onderling bestaan grote verschillen. Dat blijkt uit een studie van de CM. Het chronisch gebruik van onder meer antidepressiva en kalmeermiddelen in rusthuizen ligt al jaren opvallend hoog.

"Hoe minder personeel, hoe meer antidepressiva en psychofarmaca er wordt voorgeschreven om de mensen kalm te houden", zegt Marc Justaert van het Christelijk ziekenfonds CM, verwijzend naar een Britse studie.

 

Worden onze bejaarden in rusthuizen
vastgebonden en gedrogeerd?


zodat ze rustig blijven en niet teveel last veroorzaken...

radio-uitzending Peeters & Pichal ontlokt massaal reacties van naaste betrokkenen rusthuisbewoners

 >>>  Herbeluister de uitzending en lees de reacties van luisteraars  <<<

 

Belg slikt 40.000
pillen tijdens leven
bron: VTM-nieuws - 24/08/2013

Tijdens ons leven slikken we minstens 40.000 pillen. Dat zegt gezondheidseconoom Lieven Annemans in De Morgen. Per dag is dat gemiddeld 1,3 pillen, maar wellicht ligt het aantal nog hoger.

Hoe ouder we worden, hoe meer we slikken. Een 14-jarige zit gemiddeld aan 0,3, bij een 75-jarige komt dat op 4 stuks per dag. "In vergelijking met de rest van Europa slikken we te veel", zegt Annemans. Hij klaagt de overconsumptie aan. Als de uitgaven aan geneesmiddelen in rekening worden gebracht, dan blijken we 30 procent hoger dan het Europese gemiddelde te zitten.

Experts zeggen dat overmedicalisering al jaren een heikel punt is, en dat er vanuit de overheid weinig gebeurt. "Er is te veel naar de prijs van medicatie gekeken, en niet naar de volumes", zegt Annemans. Minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx benadrukt dat er enkele nieuwe projecten op stapel staan om het probleem tegen te gaan.

Een cultuur van pillenverslaving
bron: De Morgen - 24/08/13 - OPINIE: Bart Eeckhout


Dat medische overconsumptie een probleem is in dit niet altijd even leuke land, kan bezwaarlijk nieuws genoemd worden. Over de massieve aantallen pijnstillers, psychofarmaca, slaapmiddelen of antibiotica die de Belg slikt werd al meermaals bericht.

Voor het eerst maakt deze krant nu, op basis van berekeningen van internationaal expert Lieven Annemans, een realistische schatting van het totale aantal geneesmiddelen dat in België geslikt wordt. Het resultaat is om, welja, ziek van te worden. Elke Belg slikt tijdens zijn leven gemiddeld 40.000 pillen. Dat is, van geboorte tot sterfbed, meer dan een medicament per dag. Dit kun je geen medische overconsumptie meer noemen, dit is een cultuur van pillenverslaving.

Tot op zekere hoogte is die overconsumptie een noodzakelijk kwaad in een beschaafde verzorgingsstaat met een open en laagdrempelige toegang tot medische verzorging. De uitwas van collectieve pillenverslaving in ons land is evenwel uniek in de wereld. Ze werpt een grote schaduw over de algemene kwaliteit van onze gezondheidszorg.

Medische overconsumptie is immers geen onschuldig nevenverschijnsel van een samenleving in welvaart. Van dit kwalijke fenomeen gaan meerdere bedreigingen uit. Ten eerste voor de patiënten zelf. Als we ervan uitgaan dat een Belg niet structureel zieker is dan pakweg een Nederlander of een Deen, slikken we met zijn allen meer pillen dan nodig en gezond voor onszelf is. Daar zit ook een risico in voor toekomstige patiënten, omdat bijvoorbeeld overmatig verbruik van antibiotica de werkzaamheid van het medicijn aantast.

Ten slotte - en dat is misschien wel het belangrijkste gevaar - vreet overmatig gebruik van pillen (maar bijvoorbeeld ook van therapieën zoals radiologie) reusachtige happen uit het budget voor gezondheidszorg. Dat leidt ertoe dat er onvoldoende middelen overblijven voor vernieuwende geneesmiddelen en technologieën. Het leidt tot de wurgende paradox dat we tegenwoordig zoveel pillen slikken dat we ons in de toekomst niet zullen kunnen verzorgen.

Het wordt tijd dat de overheid de ernst van dit probleem inziet. Dit hoeft niet ons Belgische noodlot te zijn, dit is een beleidskwestie die logischerwijs met beter beleid aangepakt kan worden. Een verplicht vaste arts, minder gespecialiseerde medische centra, beter opgeleide artsen en het indammen van de farmalobby in dokterskabinetten kan al veel verhelpen. Het gaat er niet om dat er gehakt moet worden in het budget van de ziekteverzekering. Het gaat erom dat dat budget anders georiënteerd moet worden om algemene toegang tot de gezondheidszorg in de toekomst te vrijwaren.

 


MEER AANDACHT VOOR OVERMEDICATIE
Bejaarden vaak onnodig aan de pillen
bron: De Standaard - 29/06/2013 - jan Tubeeckx

Vaak wordt het medicijnengebruik van bejaarden pas bekeken als ze naar een rusthuis moeten. Maar volgens Robert Vander Stichele (UGent) zou dat al veel eerder moeten gebeuren.

 

tot 30 procent van alle ziekenhuisopnames onder ouderen is rechtstreeks te wijten is aan problemen die te maken hebben met geneesmiddelen

Ze zijn veelal onafscheidelijk: bejaarden en hun pillendoos. Maar vaak zitten in die doos heel wat pillen die ze niet meer nodig hebben. Volgens huisarts en docent farmacologie ­Robert Vander Stichele (UGent) moet het medicatiegebruik van bejaarden minstens eenmaal per jaar herbekeken worden. Zeker als er sprake is van polymedicatie, waarbij dagelijks meer dan vijf geneesmiddelen worden ingenomen. Uit een onderzoek van Test-Aankoop blijkt immers dat 5 tot 30 procent van alle ziekenhuisopnames onder ouderen rechtstreeks te wijten is aan problemen die te maken hebben met geneesmiddelen. Het gaat dan om fout gebruik ervan, geneesmiddelen die in te hoge dosissen worden voorgeschreven of combinaties die problemen veroorzaken.
Volgens Vander Stichele groeit bij zorgverleners stilaan het bewustzijn rond het overmatig en onnodig geneesmiddelengebruik.
‘Zowel bij de artsen, de apothekers als de verpleegkundigen is er een groeiend bewustzijn. Er wordt meer aandacht besteed aan het overmatig en langdurig geneesmiddelengebruik door bejaarden. Maar dat gebeurt geheel op vrijwillige basis en op eigen initiatief. Van een echt beleid is nog geen sprake’.
Ook Jos Desmet, voorzitter van de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen, bevestigt die trend. Al worden volgens hem ook de patiënten zelf kritischer. ‘Geneesmiddelen nemen een grote hap uit het budget van bejaarden. Zij vragen zich dan ook steeds meer af of de geneesmiddelen die hen worden voorgeschreven nog wel nut hebben.’

 

Vaak vormt een ziekenhuisopname dan ook het startpunt van een lange periode van zinloos medicijnen slikken...

Abonnement op pilletjes
En dan is er nog de zogeheten ‘abonnementsgeneeskunde’: de patiënt geeft regelmatig een lijstje door aan zijn arts met de medicijnen die moeten worden aangevuld. Die problematiek stelt zich voornamelijk bij bejaarden die nog thuis wonen. Zodra het rusthuis zich aandient, kan het geneesmiddelengebruik opgevolgd en indien nodig verminderd worden. Ook bij een ziekenhuisopname bestaat zo’n controlemoment. Al is er in dat laatste geval niet altijd sprake van een kritische controle. Integendeel zelfs, meent Vander Stichele. ‘In realiteit krijgen patiënten bij een ziekenhuisopname net nog meer medicijnen voorgeschreven.’ Vaak vormt een ziekenhuisopname dan ook het startpunt van een lange periode van zinloos medicijnen slikken.
In landen als Nederland, Finland en Australië worden apothekers reeds aangemoedigd om het geneesmiddelengebruik van hun patiënten regelmatig kritisch onder de loep te nemen. Na die individuele analyse komt de apotheker dan met een aantal aanbevelingen, die door de behandelende arts worden besproken met de patiënt. Een aanpak die werkt, want uit onderzoek is gebleken dat een goede opvolging en een goede communicatie tussen apotheker en arts, heel wat problemen van langdurig medicatiegebruik kan vermijden.

 


Interview met Jan De Lepeleire, voorzitter raadgevende artsen rusthuizen:
‘Sneller pilletje bij weinig personeel’
bron: De Standaard - 13/05/2011

Rusthuisbewoners krijgen veel meer antidepressiva en antipsychotica dan wie nog thuis woont. ‘De coördinerende arts die het medicatiegebruik in een rusthuis opvolgt, heeft te weinig te zeggen’, zegt Jan De Lepeleire.

 

BRUSSEL - 'Een maand geleden kon ik nog gaan wandelen met mijn schoonmoeder in het rusthuis. Nu zit ze in een rolstoel, versuft en platgespoten.’ Of: ‘Mijn schoonvader heeft nooit slaappillen genomen, maar na een week in het rusthuis kreeg hij er elke avond één. Standaard, zeiden ze.’ Nog: ‘Omdat mijn grootvader blijkbaar wat druk was, kreeg hij Risperdal. Na een paar weken herkende hij niemand meer, kon hij niet meer lopen of spreken. Resultaat: nog meer pillen.’
Over het medicatiegebruik in rust- en verzorgingstehuizen lijkt elke familie wel negatieve verhalen te kunnen vertellen. Op het internet bulkt het van de getuigenissen. Ook het Radio 1-programma Peeters & Pichal werd vorige maand nog bedolven onder honderden klachten. Die komen meestal op hetzelfde neer: rusthuisbewoners krijgen te snel pillen voorgeschreven om ze in toom te houden. Voor het ‘gemak’ van het personeel.
Eerder onderzoek toonde al aan dat het chronisch gebruik van antidepressiva en kalmeermiddelen in rusthuizen hoog lag. Dat wordt vandaag opnieuw bevestigd door een grootschalig onderzoek van de Christelijke Mutualiteit (CM), bij 60.000 leden in meer dan duizend voorzieningen.
Daaruit blijkt onder meer dat een rusthuisbewoner een kwart meer kans heeft om antidepressiva voorgeschreven te krijgen en dubbel zo veel kans heeft om antipsychotica te moeten slikken dan wie nog thuis woont.
Opvallend is ook dat een kwart minstens één farmaceutisch product kreeg dat op de Beers-lijst staat. Dat zijn producten die door hun bijwerkingen niet aangewezen zijn voor ouderen.
De Christelijke Mutualiteit veronderstelt dat het gebrek aan personeel te maken heeft met het medicatiegebruik. Hoe minder personeel, hoe gemakkelijker het teruggrijpt naar pillen om de bewoners in toom te houden, zodat het werk draaglijk blijft.
Jan De Lepeleire is huisarts en voorzitter van de coördinerende en raadgevende artsen in rusthuizen. Die moeten het medicatiegebruik in de voorzieningen opvolgen en het liefst zo laag mogelijk houden. Hij noemt de resultaten van het onderzoek ‘absoluut verontrustend’. ‘Maar het probleem is ons al langer bekend.’

De CM legt een direct verband met de werkdruk voor het rusthuispersoneel. Klopt dat?
‘Ik denk het wel. Onderzoek heeft al aangetoond dat het zorgteam van een rusthuis meer oog heeft voor een niet-farmacologische aanpak als het voldoende bemand is. Als er te weinig personeel is, is het een kleine stap om de huisarts nog wat voorschriften te vragen. Ik hoor sommige critici dan zeggen: als de dokters niet meer voorschrijven, is het toch opgelost? Maar zo simpel ligt het niet. Vraag het maar aan de huisartsen: als zij de medicatie van hun patiënt in het rusthuis willen afbouwen, zullen de verpleegkundigen vaak vragen om de medicatie weer op te schroeven, omdat ze zeggen dat het nodig is.
Hoe minder personeel er is, hoe groter de druk.

De coördinerende en raadgevende arts van een rusthuis moet erover waken dat het medicatiegebruik niet uit de hand loopt. U kan de huisartsen dan toch sturen?
‘Dat is moeilijk. In België is iedereen vrij zijn zorgverstrekker te kiezen, ook als hij of zij in een rusthuis binnengaat. Het gevolg is dat er in een rusthuis met honderd bewoners soms tot veertig huisartsen langslopen. Dat is chaos. De coördinerende huisarts van een rusthuis kan zijn collega’s niet verplichten om bepaalde pillen te laten. Hij heeft niets te zeggen aan het voorschrijfgedrag. Het kan enkel adviseren en zowel de huisartsen als het verplegend personeel sensibiliseren.’

Dus eigenlijk heeft u in een rusthuis niet veel te zeggen?
‘We kunnen het personeel en de huisartsen tot niets verplichten. Een voorbeeld is het geneesmiddelenformularium van het rusthuis, een lijst waarop staat welke pillen worden aangeraden. Mijn ervaring is dat de huisartsen zich daar veel beter aan houden, als de coördinerende arts die lijst in samenspraak met hen opstelt. Anders doet iedereen zijn goesting. Maar niet elk rusthuis gebruikt die lijst even consequent.’

 

‘Elke keer als de huisarts de medicatie afbouwt, zegt het verpleegkundig personeel dat het toch nodig is’

‘U mag ook niet vergeten dat de familie soms een belangrijke rol speelt. Soms belt die de huisarts om te zeggen dat haar moeder of vader niet kan slapen omdat een medebewoner ’s nachts roept. Dan vraagt ze de arts om die bewoner iets te geven. Een rusthuis is een samenleving, waar veel interactie is. Daar leven zo veel vragen bij het personeel, de bewoners, de families, ... dat het moeilijk is een eenduidig beleid rond medicatie uit te werken.’

Het gebruik van antidepressiva en antipsychotica in rusthuizen kan alleen omlaag als de coördinerende arts meer macht krijgt?
‘Onze rol moet sterker worden, ja. Het zou al veel zijn als de huisartsen een engagement moeten aangaan waarbij ze toezeggen om hun patiënten in het rusthuis te verzorgen volgens het beleid van de voorziening, dat ze bijvoorbeeld afspreken om een bepaald soort antidepressiva of slaapmiddelen correct te gebruiken. We discussiëren al jaren met de overheid om onze rol te herzien. Maar het gaat zeer traag.’


Senioren in rusthuis krijgen meer
antidepressiva dan thuiswonenden
bron: Het Laatste Nieuws - 12/05/2011

Een rusthuisbewoner heeft een kwart meer kans om antidepressiva en dubbel zoveel kans om antipsychotica voorgeschreven te krijgen dan een thuiswonende oudere met dezelfde zorgafhankelijkheid. Tussen de rusthuizen onderling bestaan daarenboven grote verschillen.

Het chronisch gebruik van onder meer antidepressiva en kalmeermiddelen in rusthuizen ligt al jaren opvallend hoog. Deze nieuwste studie, uitgevoerd onder 59.863 leden van de Christelijke Mutualiteit (CM) in 1.084 woonzorgcentra, bevestigt opnieuw de grote verschillen met de doorsneebevolking.

Ernstige psychose
Zo kreeg in 2009 gemiddeld 41,7 procent van de respondenten in een rusthuis gedurende minstens een maand antidepressiva. Daarnaast nam 21,7 procent minstens 30 dagen antipsychotica in, dit zijn middelen die worden voorgeschreven bij de behandeling van ernstige vormen van psychose zoals schizofrenie. Bij thuiswonende senioren in de thuisverpleging liggen de cijfers respectievelijk een kwart en de helft lager.

Bijwerkingen
Opvallend is verder dat 26 procent minstens één farmaceutisch product kreeg dat op de Beers-lijst staat. Daarop staan geneesmiddelen die door hun leeftijdsgebonden bijwerkingen niet aangewezen zijn bij oudere personen. Tegenover de vorige CM-studie uit 2005 is hierbij wel een verbetering op te merken.

Grote verschillen
Bij de resultatenvoorstelling werd ook gehamerd op de grote verschillen tussen de rusthuizen. Zo zijn er rusthuizen waar 59 procent van de bewoners meer dan 30 dagen antidepressiva inneemt, maar ook waar dit slechts voor 30 procent van de inwoners het geval is. Bij de antipsychotica liggen die minimum- en maximumwaarden respectievelijk op 9 en 35 procent.
De CM roept onder meer op tot sensibilisering van het zorgpersoneel en het uitbreiden van de rol van de apotheker. (belga/ep)

terug naar boven

 

TEST AANKOOP OVER POLYMEDICATIE BIJ SENIOREN

 

Polymedicatie bij senioren:
 medicijnen à volonté
bron: Test Gezondheid - aug/sept 2010

Een langer leven gaat doorgaans hand in hand met meer medische zorgen en dus meer geneesmiddelen. Polymedicatie, waarbij men dagelijks meer dan vijf geneesmiddelen chronisch neemt, is daarom geen uitzondering bij senioren. Niet altijd zonder problemen, zo blijkt uit een onderzoek van Test-Aankoop in samenwerking met de KU Leuven en het Wit-Gele Kruis.

Zij peilden bij 22 senioren naar hun houding tegenover hun medicijnen en namen deze ook grondig onder de loep. De resultaten zijn opmerkelijk: naast een bijna blind vertrouwen in “Meneer Doktoor” en de soms creatieve omgang met hun geneesmiddelen, vonden de onderzoekers maar liefst 62 geneesmiddelenproblemen op een totaal van 186 medicijnen die werden genomen door 22 respondenten. Verontrustend als je bedenkt dat naar schatting 5 tot 30 % van de ziekenhuisopnames onder senioren rechtstreeks aan dergelijke problemen te wijten zijn. Test-Aankoop pleit voor een medicatiereview, waarbij de arts en apotheker regelmatig het geneesmiddelengebruik van de patiënt kritisch evalueren. In landen als Nederland, Australië en Canada zijn zo’n evaluaties al goed ingeburgerd, waardoor een aantal problemen (inclusief ziekenhuisopnames) worden vermeden.

Ouderen nemen dagelijks verschillende medicijnen tegen kwaaltjes en ziekten, zoals hart- en vaatziekten of diabetes, plus de occasionele pijnstiller of puffer. De combinatie van zoveel verschillende geneesmiddelen kan voor problemen zorgen en senioren zelfs in het ziekenhuis doen belanden. Test-Aankoop deed een kwalitatief onderzoek naar dergelijke polymedicatie, ofwel het chronisch gebruik van dagelijks meer dan vijf verschillende medicijnen tegelijk, bij 22 senioren.

Senioren en hun geneesmiddelen
De meeste bevraagde senioren weten matig tot goed waarom ze de verschillende medicijnen gebruiken. De huisarts blijft hiervoor de belangrijkste bron van informatie. Van de apotheker krijgen patiënten vooral info over het concrete gebruik. Ouderen geven ook aan de bijsluiter te lezen, en dan vooral het gedeelte over mogelijke bijwerkingen. Sommige artsen raden echter af om dat deel van de bijsluiter te lezen omdat die toch maar nodeloze ongerustheid uitlokt. Of ze de bijsluiter nu lezen of niet, de meeste senioren nemen een veeleer berustende en aanvaardende houding aan tegenover hun medicijnengebruik. Of zoals één van de senioren het verwoordt: “Ik hoef dat allemaal niet te weten, ik slik dat zoals suikerbollen”.

62 geneesmiddelenproblemen gedetecteerd bij 22 senioren
Senioren kunnen in het ziekenhuis belanden doordat bepaalde medicijnen of dosissen niet geschikt zijn voor ouderen, omdat bepaalde geneesmiddelen juist niet worden voorgeschreven terwijl dat wel zou moeten of omwille van slechte combinaties.

Gebrekkige communicatie tussen zorgverleners, waarbij ze niet op de hoogte zijn van elkaars behandelingen, verhoogt dit risico. Test-Aankoop constateerde maar liefst 62 geneesmiddelenproblemen bij de 22 bevraagde senioren, die samen in totaal 186 medicijnen chronisch nemen. Voorbeelden waren o.a. het chronisch gebruik van (soms verschillende) benzodiazepines, geneesmiddeleninteracties die een verstoring van de kaliumspiegels kunnen veroorzaken en de combinatie van ontstekingsremmers met bloedverdunners, wat het risico op bloedingen kan verhogen. Dit toont aan dat een regelmatige opvolging en goede communicatie tussen zorgverleners onontbeerlijk is.

Enorm vertrouwen in arts
De senioren uit het onderzoek van Test-Aankoop hadden doorgaans een heel groot, bijna blind vertrouwen in hun huisarts. Ze stellen de keuze van geneesmiddelen niet in vraag en gaan ervan uit dat hun arts “weet wat hij voorschrijft”. Toch gaan ze ook actief en creatief om met hun medicijnen: bij eventuele bijwerkingen raadplegen ze zelf de bijsluiter en voor sommigen is dat voldoende om op eigen houtje te stoppen met een geneesmiddel. Anderen passen zelf de dosis of het innametijdstip van hun medicijnen aan en nog anderen proberen al eens de geneesmiddelen van hun partner uit.

Voor 11 % bestaan goedkopere alternatieven
De meeste senioren hebben ook een berustende en aanvaardende houding tegenover de kostprijs van hun geneesmiddelen. “Als het moet, dan moet het”, is de algemene tendens. Nochtans nemen medicijnen een flinke hap uit het budget. “Ik geloof dat ik meer dan 80 euro per maand aan die vuiligheid geef!”, verduidelijkt één van de senioren. Artsen schrijven ook niet altijd het goedkoopste alternatief voor: voor 11 % van de geneesmiddelen uit de steekproef kon Test-Aankoop een goedkoper alternatief met dezelfde werkzame stof aanduiden. Het gaat in dit geval onder andere over merkgeneesmiddelen waarvoor er een goedkopere generiek bestaat.

Niet blind voorschrijven, wel een medicatiereview
Bovendien zien we nog te veel “abonnementsgeneeskunde”, waarbij de senior regelmatig een lijstje doorgeeft aan de dokter met de geneesmiddelen die bijna op zijn en opnieuw moeten worden aangevuld. Beter introduceren we de medicatiereview in België, waarbij de arts en apotheker regelmatig het geneesmiddelengebruik van de patiënt kritisch evalueren. In landen als Nederland, Australië en Canada zijn zo’n evaluaties al goed ingeburgerd, in België staat deze aanpak nog in zijn kinderschoenen. Een dergelijke monitoring en een goede communicatie tussen apotheker en arts kan een aantal problemen (inclusief ziekenhuisopnames) vermijden. Hoog tijd dat Belgische zorgverleners hier werk van maken, besluit Test-Aankoop.


Lees hieronder het volledige artikel van Test Gezondheid in pdf
 


blz. 1/5

blz. 2/5

blz. 3/5

blz. 4/5

blz. 5/5
terug naar boven

 

OVERMEDICATIE IN RUSTHUIZEN, MAGDA...?

 

Hierboven een paar  schalkse kortfilmpjes aangaande overmedicatie in rusthuizen, geïnspireerd op het werk van Magda De Meyer. In deel 1 en 2 ziet u twee verschillende wijze van benadering die echter een hemelsgroot verschil uitmaken.

V
olksvertegenwoordiger Magda De Meyer (sp.a) bindt de strijd aan tegen onrecht in het Belgische parlement, misbruiken door banken en deurwaarders, dierenmishandeling, commerciële uitbuiting van werknemers, patiënten of consumenten… Magda was ook de drijvende kracht achter het KB dat een uniforme zakgeldgarantie van 75 eur/maand (2003) voorzag voor rusthuisbewoners.

terug naar boven

 

RUSTHUISBEWONER SLIKT GEMIDDELD 8 PILLEN PER DAG

bron:  Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) - de Voorzorg 3/07

 

Geneesmiddelen in rusthuizen:
gebruik te hoog en kwaliteit te laag


Rusthuisbewoners slikken teveel geneesmiddelen die bovendien soms van een te lage kwaliteit zijn. Dat blijkt uit een studie van het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE), in samenwerking met het RIZIV en een onderzoeksconsortium onder leiding van het Gentse Heymansinstituut. Een rusthuisbewoner slikt gemiddeld 8 pillen per dag, en neemt opvallend vaak kalmeermiddelen of antidepressiva. Het Kenniscentrum ziet hier een grote rol weggelegd voor de artsen.

1,5 procent van de Belgische bevolking verblijft in één van de 1.700 rusthuizen of rust- en verzorgingstehuizen. Toch vertegenwoordigen hun kosten voor geneesmiddelen meer dan 5,6 procent (123 miljoen euro) van het totale geneesmiddelenbudget. Daarnaast betalen de bewoners ook grote bedragen zelf, gemiddeld 50 euro per maand, voor chronische geneesmiddelen.

Het onderzoek wees uit dat het chronische gebruik van antidepressiva en kalmeermiddelen, vaak gecombineerd, erg hoog is. Alleen bij erg oude of demente bewoners en in de laatste fase van de palliatieve zorg neemt het gebruik af. Anderzijds wordt bij de helft van de bewoners met hart- en vaatziekten bepaalde geneesmiddelen te weinig voorgeschreven. Er is een sterk onverklaard geografisch verschil in het gebruik van o.a. antidepressiva, kalmeermiddelen, antibiotica, maagzuurremmers, bloeddrukmiddelen en een reeks verouderde, inefficiënte geneesmiddelen. Goedkope geneesmiddelen worden nog relatief weinig aangekocht.

EEN CRUCIALE ROL VOOR ARTS, VERPLEGEND PERSONEEL EN APOTHEKER

De aanwezigheid van een actieve coördinerende arts (CRA) verbonden aan een RVT heeft een goede invloed op de voorschrijfkwaliteit. Een CRA heeft vaak een bijkomende opleiding in ouderenzorg gevolgd en kan waken over de toepassing van het formularium en de kwaliteit van het geneesmiddelenbeleid.

Een goede communicatie tussen arts, verplegend personeel en apotheker is zeer belangrijk voor een correct gebruik van geneesmiddelen in rusthuizen. Ook het aantal goed opgeleide verpleegsters is belangrijk. Hoe groter hun aantal en expertise, hoe beter de kwaliteit van het geneesmiddelenbeheer.

Anders dan de kleinere rusthuizen blijken de OCMW rusthuizen vaker te beschikken over een actieve coördinerende arts, een ziekenhuisapotheker en een beter systeem voor het beheer van de geneesmiddelen. De hoeveelheid gebruikte geneesmiddelen is daar ook het laagst.

Het Kenniscentrum stelt verder vast dat de voorschrijfkwaliteit beter is als het rusthuis werkt met een ziekenhuisapotheker of met een lokale apotheker die actief betrokken is bij het geneesmiddelenbeheer van de instelling.

AANBEVELINGEN

Vandaag betaalt de ziekteverzekering per voorgeschreven verpakking terug. Het KCE vindt dat andere financieringssystemen zouden moeten onderzocht worden voor de aankoop van geneesmiddelen in rust- en/of verzorgingstehuizen.

Het KCE is voorstander van een permanente, geautomatiseerde registratie van het geneesmiddelengebruik in rusthuizen. Epidemiologisch onderzoek naar, op bepaalde plaatsen, opvallend veel voorkomende aandoeningen (depressies, dementie, trombose,...) is nodig.

De volledige tekst van de studie kan je hier lezen. (Evelyne Hens)

terug naar boven

 

ANTIDEPRESSIVA VOOR 14 TOT 75 % VAN RUSTHUISBEWONERS

bron: Knack - 24/5/2007

Rusthuisbewoners gebruiken
 vaak antidepressiva


Veel bewoners van rust- en verzorgingstehuizengebruiken antidepressiva, al is er een grote spreiding tussen de verschillende instellingen.

Uit een studie van de Christelijke Mutualiteiten (CM) bij een duizendtal instellingen blijkt dat in 2005 maar liefst 44 procent van de bewoners gedurende minstens dertig dagen antidepressiva voorgeschreven kreeg.

In sommige oudereninstellingen neemt zelfs 75 procent van de patiënten antidepressiva in, terwijl er andere rust- en verzorgingstehuizen zijn waar dat slechts 14 procent is. Voor antibiotica is het verschil nog frappanter. De percentages van bewoners die minstens één toediening kregen, varieerden van 11 tot 96 procent.

De CM roept de rusthuizen op om het geneesmiddelenverbruik te verminderen, zowel in het belang van de patiënt als om de kosten voor de ziekteverzekering te beperken. Via internet wil het christelijke ziekenfonds de rusthuizen individueel feedback geven over het medicatiegebruik in hun instelling en daarover een dialoog opstarten.

zie ook 'Depressie en zelfdoding bij ouderen'

 

 

OVERBELASTING MAAG DOOR VELE MEDICATIE STAAT
VITAMINEOPNAME IN DE WEG

 

Bejaarden in rusthuizen
hebben tekort aan vitamines
bron: Het belang van Limburg  - 6/4/2009

Zes op de tien bejaarden in rusthuizen kampen met een chronisch tekort aan vitaminen. Dat blijkt uit verschillende onderzoeken. “Ouderen eten niet alleen minder, ze hebben ook meer moeite om vitaminen uit hun voeding op te nemen”, waarschuwen specialisten.

“Hoogbejaarde rusthuisbewoners vormen een risicogroep om vitamine- en mineralentekorten op te lopen”, stelt de Spaanse professor Marcela Gonzalez- Gross, die een onderzoek naar dit probleem in tehuizen voerde.
"Vooral het tekort aan vitamine B12 en foliumzuur valt op. Daardoor kunnen ze er zowel fysiek als mentaal versneld op achteruitgaan. Het verhoogt ook de kans op hart- en vaataandoeningen.

Oorzaken
"De oorzaken zijn divers. Ze eten vaak wel de juiste dingen, maar door de vele geneesmiddelen die ze nemen, raakt hun maag overbelast en kunnen ze onvoldoende vitaminen opnemen.”
Een Britse studie bij zestigplussers wijst in dezelfde richting. Zes op de tien mensen nemen via de voeding te weinig vitamine D,  E en foliumzuur op.

In ZNA Joostens in Zoersel, waar 193 hoogbejaarden verblijven, proberen ze het probleem aan te pakken met de hulp van voedingsdeskundigen. (
KVHo)

terug naar boven

 

DIABETES - TOTAAL ALCOHOLVERBOD NIET NODIG

 

 

Ook diabeten kunnen genieten van een glaasje wijn en als je diabetespatiënt bent, wil dat niet zeggen dat je nooit een glaasje alcohol mag drinken. Zolang dit met mate gebeurt, is er meestal geen probleem. Wanneer je een goede diabetes regeling hebt, zal je in principe geen nadelige effecten ondervinden van de inname van een glaasje wijn of bier. Het gevoel van ontspanning en welbevinden ervan, hoeft je niet ontzegd te worden.

 
 

2 glazen witte wijn
houdt diabetes veraf

bron: De Morgen - 15/7/2008

Vrouwen met type 2-diabetes (ook wel 'ouderdomsdiabetes' genoemd) zouden gebaat zijn bij 2 glazen witte wijn per dag. Het drankje zou de ontsteking remmen die dat type diabetes veroorzaakt. Dit meldt de Nederlandse krant De Telegraaf op basis van een onderzoek aan de Wagenigse universiteit en het TNO.

De onderzoekers gaven oudere vrouwen gedurende zes weken 2,5 glas witte wijn per dag. Uit de resultaten bleek vervolgens dat deze vrouwen minder kans hadden op diabetes.

Alcohol stimuleert namelijk de productie van het hormoon adiponectine in het vetweefsel. Ouderdomssuikerziekte ontstaat waarschijnlijk door een ontsteking in het vetweefsel en adiponectine remt die ontsteking. Of het effect ook geldt voor mannen is nog niet duidelijk. (edp)

 

Alcohol vermindert kans
op suikerziekte bij vrouwen

bron: De Morgen - 9/7/2008

Matige alcoholconsumptie maakt vrouwen gevoeliger voor insuline. De alcohol stimuleert bovendien de productie van het hormoon adiponectine in het vetweefsel, waardoor de kans op ouderdomssuikerziekte wordt verkleind. Dat blijkt uit Nederlands onderzoek.

Ouderdomssuikerziekte ontstaat waarschijnlijk door lichte ontstekingen in het vetweefsel. Adiponectine remt deze ontstekingen af.

Ontstekingen
Eerder onderzoek onder jonge mannen toonden geen verband aan tussen alcohol en diabetes. In het nieuwe Nederlandse onderzoek dronken vrouwen die de menopauze al gepasseerd waren zes weken lang tweeënhalf glas witte wijn per dag. Suikerziektepatiënten nemen het hormoon insuline slechter op dan anderen, maar door de alcohol wordt de opname beter, zo blijkt uit het onderzoek.

Twee glazen per dag
De onderzoekers waarschuwen dat dit niet begrepen moet worden als een aansporing om meer te gaan drinken. Voor vrouwen luidt het advies niet meer dan twee standaardglazen per dag te drinken, voor mannen is drie glazen het maximum. (novum/ep)

 

 


 

terug naar boven

 

 

 

deodata.be  -  juridisch

free hit 
counters