MEDICATIE IN RUSTHUIZEN GEBRUIK TE HOOG EN KWALITEIT
TE LAAG
INTERVIEW met DIRK DE MEESTER, hoofd zorgverlening LEIEHOME bron:
De Standaard - 8/12/2014
Het woonzorgcentrum
Leiehome
uit Drongen is erin geslaagd het
geneesmiddelengebruik van de bewoners drastisch terug te
schroeven
'Verdriet moet je
niet met medicatie oplossen'
Wat was het
probleem?
Dirk De Meester: ‘Toen we halverwege 2012 wisselden
van leverancier voor medicatie, maakten we een
doorlichting van de geneesmiddelen die hier gebruikt
werden. Dat was even schrikken. Het gebruik van
psychofarmaca lag hoog, te hoog. Dat zijn de
antidepressiva, de slaapmiddelen en de
antipsychotica voor mensen met dementie. We scoorden
lager dan het Vlaamse gemiddelde, maar dat wilden we
niet als excuus gebruiken. Het moest beter. We
wilden de mensen minder suf en meer alert maken.’
Hoe hebben jullie dat proberen te
doen?
‘We zijn begonnen met het organiseren van
vormingssessies door experten over het gebruik van
geneesmiddelen. Niet alleen vanuit educatief
oogpunt, we wilden iedereen meekrijgen. Het
personeel en de inwoners, maar ook de huisartsen en
familieleden. Het gebruik als een gedeelde
verantwoordelijkheid. Dat riep wel weerstand op. Kan
mijn moeder niet gewoon een slaappil krijgen? Die
opmerking. Uiteindelijk creëerden we toch een breed
draagvlak.’
Ook bij de bewoners zelf?
‘Makkelijk was dat niet. We hebben een belangrijke
les geleerd: als je iets wegneemt, moet je ook iets
in de plaats doen. Door de slaapmiddelen af te
nemen, sliepen de mensen effectief enkele nachten
minder goed. Dat was ontwenning. We stonden hen
daarin bij, gingen met hen praten. Voorts
organiseerden we de dag ook anders. We lieten onder
meer de activiteiten later beginnen.’
Voor antidepressiva
is die stap toch moeilijker te zetten?
‘Sommige dingen vallen niet op te lossen met
geneesmiddelen. En dat moet ook niet. Veel mensen
zijn verdrietig doordat ze uit hun huis moeten. Dat
is begrijpelijk. Maar dat mag niet verward worden
met een depressie. Het is een kwestie van dat
verdriet toe te laten. Dat geven we het personeel
ook mee: soms moet je bepaald gedrag toelaten zoals
roepen of ronddwalen. Al is dat niet altijd even
makkelijk.’
Het project is
twee jaar geleden van
start gegaan. Wat merkt u daar nu van
in de praktijk?
‘We merken dat
het gebruik van kalmeermiddelen, slaappillen en
antidepressiva significant is verminderd, tot ver
beneden veel andere woonzorgcentra. Het globaal
psychofarmacagebruik is gedaald met bijna vijftien
procent. Over de levenskwaliteit, de alertheid en
valincidenten zijn er geen harde cijfers, maar in de
praktijk merken we beterschap. Naar mijn gevoel
dutten de bewoners minder in, vallen ze minder. We
zullen zeker op
de ingeslagen weg verder gaan.’ (sco).
Dirk De Meester
DUBBEL
ZOVEEL PSYCHOFARMACA IN
RUSTHUIZEN ALS THUIS
Rusthuisbewoners krijgen
teveel antipsychotica
met verhoogde kans op beroerte en sterfte
bron: VRT - Het
Journaal - 11/07/2012
Bijna 30 procent van de
rusthuisbewoners krijgen antipsychotica
voorgeschreven om hun angsten en agressie te
onderdrukken.
Dat is niet altijd nodig en het houdt ook risico's
in. Ouderen zijn erg gevoelig voor de effecten van
deze middelen en een doctoraatsonderzoek van
verpleegkundige Majda Azermai toonde aan dat ze
zelfs gevaarlijk kunnen zijn en een risico op
beroerte en sterfte kunnen verhogen.
Marc Justaert (Christelijk ziekenfonds CM): "Veel psychofarmaca om
de mensen kalm te houden"
Meer dan 40 procent van de rusthuisbewoners
krijgt
antidepressiva voorgeschreven
bron: VRT - Het
Journaal 1 - 12/05/2011
Een rusthuisbewoner heeft 1/4 meer kans om antidepressiva
voorgeschreven te krijgen en dubbel zoveel kans om antipsychotica te krijgen
dan een thuiswonende oudere met dezelfde zorgafhankelijkheid.
Ook tussen de rusthuizen onderling bestaan grote verschillen. Dat blijkt uit een
studie van de CM. Het chronisch gebruik van onder meer antidepressiva en
kalmeermiddelen in rusthuizen ligt al jaren opvallend hoog.
"Hoe minder personeel, hoe meer
antidepressiva en psychofarmaca er wordt
voorgeschreven om de mensen kalm te houden", zegt
Marc Justaert van het Christelijk ziekenfonds CM, verwijzend naar een Britse
studie.
Worden onze
bejaarden in rusthuizen
vastgebonden en
gedrogeerd?
zodat ze rustig blijven
en niet teveel last veroorzaken...
Belg slikt 40.000
pillen tijdens leven bron:
VTM-nieuws - 24/08/2013
Tijdens ons leven slikken we
minstens 40.000 pillen. Dat zegt gezondheidseconoom Lieven Annemans
in De Morgen. Per dag is dat gemiddeld 1,3 pillen, maar wellicht
ligt het aantal nog hoger.
Hoe ouder we worden, hoe meer we slikken. Een 14-jarige zit
gemiddeld aan 0,3, bij een 75-jarige komt dat op 4 stuks per dag.
"In vergelijking met de rest van Europa slikken we te veel", zegt
Annemans. Hij klaagt de overconsumptie aan. Als de uitgaven
aan geneesmiddelen in rekening worden gebracht, dan blijken we 30
procent hoger dan het Europese gemiddelde te zitten.
Experts zeggen dat overmedicalisering al jaren een heikel punt is,
en dat er vanuit de overheid weinig gebeurt. "Er is te veel
naar de prijs van medicatie gekeken, en niet naar de volumes", zegt
Annemans. Minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx benadrukt
dat er enkele nieuwe projecten op stapel staan om het probleem tegen
te gaan.
Een cultuur van
pillenverslaving
bron:
De Morgen - 24/08/13 -
OPINIE: Bart Eeckhout
Dat
medische overconsumptie een probleem is in dit niet altijd
even leuke land, kan bezwaarlijk nieuws genoemd worden. Over
de massieve aantallen pijnstillers, psychofarmaca,
slaapmiddelen of antibiotica die de Belg slikt werd al
meermaals bericht.
Voor het eerst maakt deze krant nu, op basis van
berekeningen van internationaal expert Lieven Annemans, een
realistische schatting van het totale aantal geneesmiddelen
dat in België geslikt wordt. Het resultaat is om, welja,
ziek van te worden. Elke Belg slikt tijdens zijn leven
gemiddeld 40.000 pillen. Dat is, van geboorte tot sterfbed,
meer dan een medicament per dag. Dit kun je geen medische
overconsumptie meer noemen, dit is een cultuur van
pillenverslaving.
Tot op zekere hoogte is die overconsumptie een noodzakelijk
kwaad in een beschaafde verzorgingsstaat met een open en
laagdrempelige toegang tot medische verzorging. De uitwas
van collectieve pillenverslaving in ons land is evenwel
uniek in de wereld. Ze werpt een grote schaduw over de
algemene kwaliteit van onze gezondheidszorg.
Medische overconsumptie is immers geen onschuldig
nevenverschijnsel van een samenleving in welvaart. Van dit
kwalijke fenomeen gaan meerdere bedreigingen uit. Ten eerste
voor de patiënten zelf. Als we ervan uitgaan dat een Belg
niet structureel zieker is dan pakweg een Nederlander of een
Deen, slikken we met zijn allen meer pillen dan nodig en
gezond voor onszelf is. Daar zit ook een risico in voor
toekomstige patiënten, omdat bijvoorbeeld overmatig verbruik
van antibiotica de werkzaamheid van het medicijn aantast.
Ten slotte - en dat is misschien wel het belangrijkste
gevaar - vreet overmatig gebruik van pillen (maar
bijvoorbeeld ook van therapieën zoals radiologie)
reusachtige happen uit het budget voor gezondheidszorg. Dat
leidt ertoe dat er onvoldoende middelen overblijven voor
vernieuwende geneesmiddelen en technologieën. Het leidt tot
de wurgende paradox dat we tegenwoordig zoveel pillen
slikken dat we ons in de toekomst niet zullen kunnen
verzorgen.
Het wordt tijd dat de overheid de ernst van dit probleem
inziet. Dit hoeft niet ons Belgische noodlot te zijn, dit is
een beleidskwestie die logischerwijs met beter beleid
aangepakt kan worden. Een verplicht vaste arts, minder
gespecialiseerde medische centra, beter opgeleide artsen en
het indammen van de farmalobby in dokterskabinetten kan al
veel verhelpen. Het gaat er niet om dat er gehakt moet
worden in het budget van de ziekteverzekering. Het gaat erom
dat dat budget anders georiënteerd moet worden om algemene
toegang tot de gezondheidszorg in de toekomst te vrijwaren.
MEER AANDACHT VOOR OVERMEDICATIE Bejaarden vaak onnodig aan de pillen bron:
De Standaard
- 29/06/2013 - jan Tubeeckx
Vaak wordt het
medicijnengebruik van bejaarden pas bekeken als ze naar een rusthuis
moeten. Maar volgens Robert Vander Stichele (UGent) zou dat al veel
eerder moeten gebeuren.
tot 30 procent van alle ziekenhuisopnames onder ouderen
is rechtstreeks te wijten is aan problemen die te maken
hebben met geneesmiddelen
Ze zijn veelal onafscheidelijk:
bejaarden en hun pillendoos. Maar vaak zitten in die doos heel wat
pillen die ze niet meer nodig hebben. Volgens huisarts en
docent farmacologie Robert Vander Stichele (UGent) moet het
medicatiegebruik van bejaarden minstens eenmaal per jaar herbekeken
worden. Zeker als er sprake is van polymedicatie, waarbij dagelijks
meer dan vijf geneesmiddelen worden ingenomen. Uit een onderzoek van
Test-Aankoop blijkt immers dat 5 tot 30 procent van alle
ziekenhuisopnames onder ouderen rechtstreeks te wijten is aan
problemen die te maken hebben met geneesmiddelen. Het gaat dan
om fout gebruik ervan, geneesmiddelen die in te hoge dosissen
worden voorgeschreven of combinaties die problemen veroorzaken. Volgens
Vander Stichele groeit bij zorgverleners
stilaan het bewustzijn rond het overmatig en onnodig
geneesmiddelengebruik.
‘Zowel bij de artsen, de apothekers als de verpleegkundigen is er
een groeiend bewustzijn. Er wordt meer aandacht besteed aan het
overmatig en langdurig geneesmiddelengebruik door bejaarden. Maar
dat gebeurt geheel op vrijwillige basis en op eigen initiatief.
Van een echt beleid is nog geen sprake’.
Ook Jos Desmet, voorzitter van de Wetenschappelijke Vereniging van
Vlaamse Huisartsen, bevestigt die trend. Al worden volgens hem ook
de patiënten zelf kritischer. ‘Geneesmiddelen nemen een grote hap
uit het budget van bejaarden. Zij vragen zich dan ook steeds meer af
of de geneesmiddelen die hen worden voorgeschreven nog wel nut
hebben.’
Vaak vormt een ziekenhuisopname dan ook het startpunt
van een lange periode van zinloos medicijnen slikken...
Abonnement op pilletjes
En dan is er nog de zogeheten ‘abonnementsgeneeskunde’: de patiënt
geeft regelmatig een lijstje door aan zijn arts met de medicijnen
die moeten worden aangevuld. Die problematiek stelt zich
voornamelijk bij bejaarden die nog thuis wonen. Zodra het rusthuis
zich aandient, kan het geneesmiddelengebruik opgevolgd en indien
nodig verminderd worden. Ook bij een ziekenhuisopname bestaat zo’n
controlemoment. Al is er in dat laatste geval niet altijd sprake
van een kritische controle. Integendeel zelfs, meent Vander
Stichele. ‘In realiteit krijgen patiënten bij een
ziekenhuisopname net nog meer medicijnen voorgeschreven.’ Vaak vormt
een ziekenhuisopname dan ook het startpunt van een lange periode van
zinloos medicijnen slikken.
In landen als Nederland, Finland en Australië worden apothekers
reeds aangemoedigd om het geneesmiddelengebruik van hun patiënten
regelmatig kritisch onder de loep te nemen. Na die individuele
analyse komt de apotheker dan met een aantal aanbevelingen, die door
de behandelende arts worden besproken met de patiënt. Een aanpak die
werkt, want uit onderzoek is gebleken dat een goede opvolging en een
goede communicatie tussen apotheker en arts, heel wat problemen van
langdurig medicatiegebruik kan vermijden.
Interview met Jan De Lepeleire, voorzitter raadgevende artsen
rusthuizen: ‘Sneller pilletje bij weinig personeel’
bron:
De Standaard
- 13/05/2011
Rusthuisbewoners krijgen veel meer antidepressiva en
antipsychotica dan wie nog thuis woont. ‘De
coördinerende arts die het medicatiegebruik in een
rusthuis opvolgt, heeft te weinig te zeggen’, zegt Jan
De Lepeleire.
BRUSSEL - 'Een maand geleden kon
ik nog gaan wandelen met mijn schoonmoeder in het rusthuis. Nu zit
ze in een rolstoel, versuft en platgespoten.’ Of: ‘Mijn schoonvader
heeft nooit slaappillen genomen, maar na een week in het rusthuis
kreeg hij er elke avond één. Standaard, zeiden ze.’ Nog: ‘Omdat mijn
grootvader blijkbaar wat druk was, kreeg hij Risperdal. Na een paar
weken herkende hij niemand meer, kon hij niet meer lopen of spreken.
Resultaat: nog meer pillen.’
Over het medicatiegebruik in rust- en verzorgingstehuizen lijkt elke
familie wel negatieve verhalen te kunnen vertellen. Op het internet
bulkt het van de getuigenissen. Ook het Radio 1-programma
Peeters & Pichal werd vorige maand nog bedolven onder
honderden klachten. Die komen meestal op hetzelfde neer:
rusthuisbewoners krijgen te snel pillen voorgeschreven om ze in toom
te houden. Voor het ‘gemak’ van het personeel.
Eerder onderzoek toonde al aan dat het chronisch gebruik van
antidepressiva en kalmeermiddelen in rusthuizen hoog lag. Dat wordt
vandaag opnieuw bevestigd door een grootschalig onderzoek van de
Christelijke Mutualiteit (CM), bij 60.000 leden in meer dan duizend
voorzieningen.
Daaruit blijkt onder meer dat een
rusthuisbewoner een kwart meer kans heeft om antidepressiva
voorgeschreven te krijgen en dubbel zo veel kans heeft om
antipsychotica te moeten slikken dan wie nog thuis woont.
Opvallend is ook dat een kwart minstens één farmaceutisch product
kreeg dat op de Beers-lijst staat. Dat zijn producten die door hun
bijwerkingen niet aangewezen zijn voor ouderen.
De Christelijke Mutualiteit veronderstelt dat het gebrek aan
personeel te maken heeft met het medicatiegebruik. Hoe minder
personeel, hoe gemakkelijker het teruggrijpt naar pillen om de
bewoners in toom te houden, zodat het werk draaglijk blijft.
Jan De Lepeleire is huisarts en voorzitter van de coördinerende en
raadgevende artsen in rusthuizen. Die moeten het medicatiegebruik in
de voorzieningen opvolgen en het liefst zo laag mogelijk houden. Hij
noemt de resultaten van het onderzoek ‘absoluut verontrustend’.
‘Maar het probleem is ons al langer bekend.’
De CM legt een direct verband
met de werkdruk voor het rusthuispersoneel. Klopt dat? ‘Ik denk het wel. Onderzoek heeft al
aangetoond dat het zorgteam van een rusthuis meer oog heeft voor een
niet-farmacologische aanpak als het voldoende bemand is.
Als er te weinig personeel is, is het een
kleine stap om de huisarts nog wat voorschriften te vragen.
Ik hoor sommige critici dan zeggen: als de dokters niet meer
voorschrijven, is het toch opgelost? Maar zo simpel ligt het niet.
Vraag het maar aan de huisartsen: als zij de
medicatie van hun patiënt in het rusthuis willen afbouwen, zullen de
verpleegkundigen vaak vragen om de medicatie weer op te schroeven,
omdat ze zeggen dat het nodig is.
Hoe minder personeel er is, hoe groter de
druk.’
De coördinerende en raadgevende
arts van een rusthuis moet erover waken dat het medicatiegebruik
niet uit de hand loopt. U kan de huisartsen dan toch sturen?
‘Dat is moeilijk. In België is iedereen vrij zijn zorgverstrekker te
kiezen, ook als hij of zij in een rusthuis binnengaat. Het gevolg is
dat er in een rusthuis met honderd bewoners soms tot veertig
huisartsen langslopen. Dat is chaos. De coördinerende huisarts van
een rusthuis kan zijn collega’s niet verplichten om bepaalde pillen
te laten. Hij heeft niets te zeggen aan het voorschrijfgedrag. Het
kan enkel adviseren en zowel de huisartsen als het verplegend
personeel sensibiliseren.’
Dus eigenlijk heeft u in een
rusthuis niet veel te zeggen?
‘We kunnen het personeel en de huisartsen tot
niets verplichten. Een voorbeeld is het
geneesmiddelenformularium van het rusthuis, een lijst waarop staat
welke pillen worden aangeraden. Mijn ervaring is dat de huisartsen
zich daar veel beter aan houden, als de coördinerende arts die lijst
in samenspraak met hen opstelt. Anders doet iedereen zijn goesting.
Maar niet elk rusthuis gebruikt die lijst even consequent.’
‘Elke keer
als de huisarts de medicatie afbouwt, zegt het
verpleegkundig personeel dat het toch nodig is’
‘U mag ook niet vergeten dat de
familie soms een belangrijke rol speelt. Soms belt die de huisarts
om te zeggen dat haar moeder of vader niet kan slapen omdat een
medebewoner ’s nachts roept. Dan vraagt ze de arts om die bewoner
iets te geven. Een rusthuis is een samenleving, waar veel interactie
is. Daar leven zo veel vragen bij het personeel, de bewoners, de
families, ... dat het moeilijk is een eenduidig beleid rond
medicatie uit te werken.’
Het gebruik van antidepressiva
en antipsychotica in rusthuizen kan alleen omlaag als de
coördinerende arts meer macht krijgt?
‘Onze rol moet sterker worden, ja. Het zou al veel zijn als de
huisartsen een engagement moeten aangaan waarbij ze toezeggen om hun
patiënten in het rusthuis te verzorgen volgens het beleid van de
voorziening, dat ze bijvoorbeeld afspreken om een bepaald soort
antidepressiva of slaapmiddelen correct te gebruiken. We
discussiëren al jaren met de overheid om onze rol te herzien.
Maar het gaat zeer traag.’
Senioren in rusthuis krijgen meer
antidepressiva dan thuiswonenden
bron:
Het Laatste Nieuws - 12/05/2011
Een rusthuisbewoner heeft een kwart meer kans om
antidepressiva en dubbel zoveel kans om antipsychotica
voorgeschreven te krijgen dan een thuiswonende oudere met dezelfde
zorgafhankelijkheid. Tussen de rusthuizen onderling bestaan
daarenboven grote verschillen.
Het chronisch gebruik van onder meer antidepressiva en
kalmeermiddelen in rusthuizen ligt al jaren opvallend hoog. Deze
nieuwste studie, uitgevoerd onder 59.863 leden van de Christelijke
Mutualiteit (CM) in 1.084 woonzorgcentra, bevestigt opnieuw de grote
verschillen met de doorsneebevolking.
Ernstige psychose
Zo kreeg in 2009 gemiddeld 41,7 procent van de respondenten in een
rusthuis gedurende minstens een maand antidepressiva. Daarnaast nam
21,7 procent minstens 30 dagen antipsychotica in, dit zijn middelen
die worden voorgeschreven bij de behandeling van ernstige vormen van
psychose zoals schizofrenie. Bij thuiswonende senioren in de
thuisverpleging liggen de cijfers respectievelijk een kwart en de
helft lager.
Bijwerkingen
Opvallend is verder dat 26 procent minstens één farmaceutisch
product kreeg dat op de Beers-lijst staat. Daarop staan
geneesmiddelen die door hun leeftijdsgebonden bijwerkingen niet
aangewezen zijn bij oudere personen. Tegenover de vorige CM-studie
uit 2005 is hierbij wel een verbetering op te merken.
Grote verschillen
Bij de resultatenvoorstelling werd ook gehamerd op de grote
verschillen tussen de rusthuizen. Zo zijn er rusthuizen waar 59
procent van de bewoners meer dan 30 dagen antidepressiva inneemt,
maar ook waar dit slechts voor 30 procent van de inwoners het geval
is. Bij de antipsychotica liggen die minimum- en maximumwaarden
respectievelijk op 9 en 35 procent.
De CM roept onder meer op tot sensibilisering van het zorgpersoneel
en het uitbreiden van de rol van de apotheker. (belga/ep)
Polymedicatie
bij senioren:
medicijnen à volonté
bron:
Test Gezondheid
- aug/sept 2010
Een langer leven gaat doorgaans
hand in hand met meer medische zorgen en dus meer
geneesmiddelen. Polymedicatie, waarbij men dagelijks meer dan
vijf geneesmiddelen chronisch neemt, is daarom geen uitzondering
bij senioren. Niet altijd zonder problemen, zo blijkt uit een
onderzoek van Test-Aankoop in samenwerking met de KU Leuven en
het Wit-Gele Kruis.
Zij
peilden bij 22 senioren naar hun houding tegenover hun
medicijnen en namen deze ook grondig onder de loep. De
resultaten zijn opmerkelijk: naast een bijna blind vertrouwen
in “Meneer Doktoor” en de soms creatieve omgang met hun
geneesmiddelen, vonden de onderzoekers maar liefst 62
geneesmiddelenproblemen op een totaal van 186 medicijnen die
werden genomen door 22 respondenten. Verontrustend als je
bedenkt dat naar schatting 5 tot 30 % van de
ziekenhuisopnames onder senioren rechtstreeks aan dergelijke
problemen te wijten zijn. Test-Aankoop pleit voor een
medicatiereview, waarbij de arts en apotheker regelmatig het
geneesmiddelengebruik van de patiënt kritisch evalueren. In
landen als Nederland, Australië en Canada zijn zo’n evaluaties
al goed ingeburgerd, waardoor een aantal problemen (inclusief
ziekenhuisopnames) worden vermeden.
Ouderen nemen dagelijks verschillende medicijnen tegen kwaaltjes
en ziekten, zoals hart- en vaatziekten of diabetes, plus de
occasionele pijnstiller of puffer. De combinatie van zoveel
verschillende geneesmiddelen kan voor problemen zorgen en
senioren zelfs in het ziekenhuis doen belanden. Test-Aankoop
deed een kwalitatief onderzoek naar dergelijke polymedicatie,
ofwel het chronisch gebruik van dagelijks meer dan vijf
verschillende medicijnen tegelijk, bij 22 senioren.
Senioren en
hun geneesmiddelen
De meeste bevraagde senioren weten matig tot goed waarom ze de
verschillende medicijnen gebruiken. De huisarts blijft hiervoor
de belangrijkste bron van informatie. Van de apotheker krijgen
patiënten vooral info over het concrete gebruik. Ouderen geven
ook aan de bijsluiter te lezen, en dan vooral het gedeelte over
mogelijke bijwerkingen. Sommige artsen raden echter af om dat
deel van de bijsluiter te lezen omdat die toch maar nodeloze
ongerustheid uitlokt. Of ze de bijsluiter nu lezen of niet,
de meeste senioren nemen een veeleer berustende en
aanvaardende houding aan tegenover hun medicijnengebruik. Of
zoals één van de senioren het verwoordt: “Ik hoef dat allemaal
niet te weten, ik slik dat zoals suikerbollen”.
62
geneesmiddelenproblemen gedetecteerd bij 22 senioren
Senioren kunnen in het ziekenhuis belanden doordat bepaalde
medicijnen of dosissen niet geschikt zijn voor ouderen, omdat
bepaalde geneesmiddelen juist niet worden voorgeschreven terwijl
dat wel zou moeten of omwille van slechte combinaties.
Gebrekkige communicatie tussen zorgverleners, waarbij ze niet
op de hoogte zijn van elkaars behandelingen, verhoogt dit risico.
Test-Aankoop constateerde maar liefst 62 geneesmiddelenproblemen
bij de 22 bevraagde senioren, die samen in totaal 186 medicijnen
chronisch nemen. Voorbeelden waren o.a. het chronisch gebruik
van (soms verschillende) benzodiazepines,
geneesmiddeleninteracties die een verstoring van de
kaliumspiegels kunnen veroorzaken en de combinatie van
ontstekingsremmers met bloedverdunners, wat het risico op
bloedingen kan verhogen. Dit toont aan dat een regelmatige
opvolging en goede communicatie tussen zorgverleners
onontbeerlijk is.
Enorm
vertrouwen in arts
De senioren uit het onderzoek van Test-Aankoop hadden doorgaans
een heel groot, bijna blind vertrouwen in hun huisarts.
Ze stellen de keuze van geneesmiddelen niet in vraag en
gaan ervan uit dat hun arts “weet wat hij voorschrijft”. Toch
gaan ze ook actief en creatief om met hun medicijnen: bij
eventuele bijwerkingen raadplegen ze zelf de bijsluiter en voor
sommigen is dat voldoende om op eigen houtje te stoppen met een
geneesmiddel. Anderen passen zelf de dosis of het innametijdstip
van hun medicijnen aan en nog anderen proberen al eens de
geneesmiddelen van hun partner uit.
Voor 11 %
bestaan goedkopere alternatieven
De meeste senioren hebben ook een berustende en aanvaardende
houding tegenover de kostprijs van hun geneesmiddelen. “Als het
moet, dan moet het”, is de algemene tendens. Nochtans nemen
medicijnen een flinke hap uit het budget. “Ik geloof dat ik meer
dan 80 euro per maand aan die vuiligheid geef!”, verduidelijkt
één van de senioren. Artsen schrijven ook niet altijd het
goedkoopste alternatief voor: voor 11 % van de geneesmiddelen
uit de steekproef kon Test-Aankoop een goedkoper alternatief met
dezelfde werkzame stof aanduiden. Het gaat in dit geval onder
andere over merkgeneesmiddelen waarvoor er een goedkopere
generiek bestaat.
Niet blind
voorschrijven, wel een medicatiereview
Bovendien zien we nog te veel “abonnementsgeneeskunde”, waarbij
de senior regelmatig een lijstje doorgeeft aan de dokter met de
geneesmiddelen die bijna op zijn en opnieuw moeten worden
aangevuld. Beter introduceren we de medicatiereview in België,
waarbij de arts en apotheker regelmatig het
geneesmiddelengebruik van de patiënt kritisch evalueren. In
landen als Nederland, Australië en Canada zijn zo’n evaluaties
al goed ingeburgerd, in België staat deze aanpak nog in zijn
kinderschoenen. Een dergelijke monitoring en een goede
communicatie tussen apotheker en arts kan een aantal problemen
(inclusief ziekenhuisopnames) vermijden. Hoog tijd dat Belgische
zorgverleners hier werk van maken, besluit Test-Aankoop.
Lees hieronder het volledige artikel van Test Gezondheid in pdf
Hierboven een
paar schalkse kortfilmpjes aangaande overmedicatie in
rusthuizen, geïnspireerd op het werk van
Magda De Meyer. In deel 1 en 2 ziet
u twee verschillende wijze van benadering die echter een
hemelsgroot verschil uitmaken.
Volksvertegenwoordiger
Magda De Meyer(sp.a) bindt de
strijd aan tegen onrecht in het Belgische parlement, misbruiken
door banken en deurwaarders, dierenmishandeling, commerciële
uitbuiting van werknemers, patiënten of consumenten… Magda was
ook de drijvende kracht achter het KB dat een uniforme
zakgeldgarantie van 75 eur/maand (2003) voorzag voor
rusthuisbewoners.
Geneesmiddelen
in rusthuizen:
gebruik te hoog en kwaliteit te laag
Rusthuisbewoners slikken teveel geneesmiddelen die
bovendien soms van een te lage kwaliteit zijn. Dat blijkt uit
een studie van het
Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE), in samenwerking
met het RIZIV en een onderzoeksconsortium onder leiding van het
Gentse Heymansinstituut. Een rusthuisbewoner slikt gemiddeld
8 pillen per dag, en neemt opvallend vaak kalmeermiddelen of
antidepressiva. Het Kenniscentrum ziet hier een grote rol
weggelegd voor de artsen.
1,5
procent van de Belgische bevolking verblijft in één van de 1.700
rusthuizen of rust- en verzorgingstehuizen. Toch
vertegenwoordigen hun kosten voor geneesmiddelen meer dan 5,6
procent (123 miljoen euro) van het totale geneesmiddelenbudget.
Daarnaast betalen de bewoners ook grote bedragen zelf, gemiddeld
50 euro per maand, voor chronische geneesmiddelen.
Het
onderzoek wees uit dat het chronische gebruik van
antidepressiva en kalmeermiddelen, vaak gecombineerd, erg hoog
is. Alleen bij erg oude of demente bewoners en in de laatste
fase van de palliatieve zorg neemt het gebruik af. Anderzijds
wordt bij de helft van de bewoners met hart- en vaatziekten
bepaalde geneesmiddelen te weinig voorgeschreven. Er is een
sterk onverklaard geografisch verschil in het gebruik van o.a.
antidepressiva, kalmeermiddelen, antibiotica, maagzuurremmers,
bloeddrukmiddelen en een reeks verouderde, inefficiënte
geneesmiddelen. Goedkope geneesmiddelen worden nog relatief
weinig aangekocht.
EEN CRUCIALE ROL VOOR ARTS, VERPLEGEND PERSONEEL EN APOTHEKER
De
aanwezigheid van een actieve coördinerende arts (CRA) verbonden
aan een RVT heeft een goede invloed op de voorschrijfkwaliteit.
Een CRA heeft vaak een bijkomende opleiding in ouderenzorg
gevolgd en kan waken over de toepassing van het formularium en
de kwaliteit van het geneesmiddelenbeleid.
Een goede communicatie tussen arts, verplegend personeel en
apotheker is zeer belangrijk voor een correct gebruik van
geneesmiddelen in rusthuizen. Ook het aantal goed
opgeleide verpleegsters is belangrijk. Hoe groter hun aantal
en expertise, hoe beter de kwaliteit van het
geneesmiddelenbeheer.
Anders dan de kleinere rusthuizen blijken de OCMW rusthuizen
vaker te beschikken over een actieve coördinerende arts, een
ziekenhuisapotheker en een beter systeem voor het beheer van de
geneesmiddelen. De hoeveelheid gebruikte geneesmiddelen is daar
ook het laagst.
Het Kenniscentrum stelt verder vast dat de
voorschrijfkwaliteit beter is als het rusthuis werkt met een
ziekenhuisapotheker of met een lokale apotheker die actief
betrokken is bij het geneesmiddelenbeheer van de instelling.
AANBEVELINGEN
Vandaag betaalt de ziekteverzekering per voorgeschreven
verpakking terug. Het KCE vindt dat andere financieringssystemen
zouden moeten onderzocht worden voor de aankoop van
geneesmiddelen in rust- en/of verzorgingstehuizen.
Het KCE is voorstander van een permanente, geautomatiseerde
registratie van het geneesmiddelengebruik in rusthuizen.
Epidemiologisch onderzoek naar, op bepaalde plaatsen, opvallend
veel voorkomende aandoeningen (depressies, dementie,
trombose,...) is nodig.
De volledige tekst van de studie kan je
hier lezen.
(Evelyne Hens)
Veel
bewoners van rust- en verzorgingstehuizengebruiken
antidepressiva, al is er een grote spreiding tussen de
verschillende instellingen.
Uit een studie van de
Christelijke Mutualiteiten (CM) bij een duizendtal instellingen
blijkt dat in 2005 maar liefst 44 procent van de bewoners
gedurende minstens dertig dagen antidepressiva voorgeschreven
kreeg.
In sommige
oudereninstellingen neemt zelfs 75 procent van de patiënten
antidepressiva in, terwijl er andere rust- en
verzorgingstehuizen zijn waar dat slechts 14 procent is.
Voor antibiotica is het verschil nog frappanter. De percentages
van bewoners die minstens één toediening kregen, varieerden van
11 tot 96 procent.
De CM roept de rusthuizen
op om het geneesmiddelenverbruik te verminderen, zowel in het
belang van de patiënt als om de kosten voor de ziekteverzekering
te beperken. Via internet wil het christelijke ziekenfonds de
rusthuizen individueel feedback geven over het medicatiegebruik
in hun instelling en daarover een dialoog opstarten.
OVERBELASTING MAAG DOOR VELE
MEDICATIE STAAT
VITAMINEOPNAME
IN DE WEG
Bejaarden in rusthuizen
hebben
tekort aan vitamines
bron: Het
belang van Limburg - 6/4/2009
Zes op de
tien bejaarden in rusthuizen kampen met een chronisch tekort aan
vitaminen. Dat blijkt uit verschillende onderzoeken. “Ouderen
eten niet alleen minder, ze hebben ook meer moeite om vitaminen
uit hun voeding op te nemen”, waarschuwen specialisten.
“Hoogbejaarde
rusthuisbewoners vormen een risicogroep om vitamine- en
mineralentekorten op te lopen”, stelt de Spaanse professor
Marcela Gonzalez- Gross, die een onderzoek naar dit probleem in
tehuizen voerde.
"Vooral het tekort aan vitamine B12 en foliumzuur valt op.
Daardoor kunnen ze er zowel fysiek als mentaal versneld op
achteruitgaan. Het verhoogt ook de kans op hart- en
vaataandoeningen.
Oorzaken
"De oorzaken zijn divers. Ze eten vaak wel de juiste dingen,
maar door de vele geneesmiddelen die ze nemen, raakt hun maag
overbelast en kunnen ze onvoldoende vitaminen opnemen.”
Een Britse studie bij zestigplussers wijst in dezelfde richting.
Zes op de tien mensen nemen via de voeding te weinig vitamine D,
E en foliumzuur op.
In ZNA Joostens in Zoersel, waar 193 hoogbejaarden verblijven,
proberen ze het probleem aan te pakken met de hulp van
voedingsdeskundigen. (KVHo)
Ook diabeten
kunnen genieten van een glaasje wijn en als je diabetespatiënt
bent, wil dat niet zeggen dat je nooit een glaasje alcohol mag
drinken. Zolang dit met mate gebeurt, is er meestal geen
probleem. Wanneer je een goede diabetes regeling hebt, zal je in
principe geen nadelige effecten ondervinden van de inname van
een glaasje wijn of bier. Het gevoel van ontspanning en
welbevinden ervan, hoeft je niet ontzegd te worden.
Vrouwen met type 2-diabetes (ook wel
'ouderdomsdiabetes' genoemd) zouden gebaat zijn bij 2 glazen
witte wijn per dag. Het drankje zou de ontsteking remmen die dat
type diabetes veroorzaakt. Dit meldt de Nederlandse krant De
Telegraaf op basis van een onderzoek aan de Wagenigse
universiteit en het TNO.
De onderzoekers gaven oudere vrouwen gedurende zes weken 2,5
glas witte wijn per dag. Uit de resultaten bleek vervolgens dat
deze vrouwen minder kans hadden op diabetes.
Alcohol stimuleert namelijk de productie van het hormoon
adiponectine in het vetweefsel. Ouderdomssuikerziekte ontstaat
waarschijnlijk door een ontsteking in het vetweefsel en
adiponectine remt die ontsteking. Of het effect ook geldt voor
mannen is nog niet duidelijk. (edp)
Alcohol
vermindert kans
op suikerziekte bij vrouwen
bron: De
Morgen - 9/7/2008
Matige
alcoholconsumptie maakt vrouwen gevoeliger voor insuline. De
alcohol stimuleert bovendien de productie van het hormoon
adiponectine in het vetweefsel, waardoor de kans op
ouderdomssuikerziekte wordt verkleind. Dat blijkt uit Nederlands
onderzoek.
Ouderdomssuikerziekte ontstaat waarschijnlijk door lichte
ontstekingen in het vetweefsel. Adiponectine remt deze
ontstekingen af.
Ontstekingen
Eerder onderzoek onder jonge mannen toonden geen verband aan
tussen alcohol en diabetes. In het nieuwe Nederlandse onderzoek
dronken vrouwen die de menopauze al gepasseerd waren zes weken
lang tweeënhalf glas witte wijn per dag. Suikerziektepatiënten
nemen het hormoon insuline slechter op dan anderen, maar door de
alcohol wordt de opname beter, zo blijkt uit het onderzoek.
Twee glazen per dag
De onderzoekers waarschuwen dat dit niet begrepen moet worden
als een aansporing om meer te gaan drinken. Voor vrouwen luidt
het advies niet meer dan twee standaardglazen per dag te
drinken, voor mannen is drie glazen het maximum. (novum/ep)