Rusthuizen zetten bewoners nog te vaak vast
Vier op de tien bewoners van een
woonzorgcentrum liggen ’s nachts ‘vast’.
‘Fixeren moet een laatste redmiddel
zijn, geen gewoonte.’
Een woonzorgcentrum
in Lummen
gebruikte lang een
trappelzak, tot de
directeur er zelf
een nacht in had
geslapen. ‘Dit nooit
meer’, besloot hij
BRUSSEL I In het
woonzorgcentrum Meerlehof in Lummen gebruikten ze lang een
trappelzak om de bejaarden in bed te houden, tot de directeur er
zelf eens een nacht in had geslapen. ‘Dit nooit meer’, besloot
Marc Gijbels.
Maar in veel woonzorgcentra wordt fysieke fixatie nog steeds
gebruikt. Uit een rapport van het Vlaams Instituut kwaliteit van
Zorg (VIKZ) blijkt dat in Vlaamse rusthuizen gemiddeld vier
op de tien bewoners ’s nachts gefixeerd worden (40,5
procent), omdat ze anders zouden opstaan, ronddwalen of vallen.
Overdag gaat het gemiddeld om 19,9 procent. ‘Daarbij worden
bewoners lang niet allemaal vastgebonden’, zegt Svin Deneckere
van het VIKZ. ‘Het kan ook gaan om een voorzettafel bij het
eten, een gekantelde zetel of een diepe stoel waaruit je niet
kunt rechtstaan.’
Doorligwonden
Woonzorgcentra doen het vooral om te vermijden dat bewoners
vallen. Maar zeker op dat vlak is het niet de juiste oplossing.
‘Het heeft net het omgekeerde effect’,zegt professor Ouderenzorg
Koen Milisen (KU Leuven), de voorzitter van het Expertisecentrum
Valpreventie. ‘Door te fixeren neemt dat risico net toe: als
je lang vastligt of zit,verminderen je spierkracht, je evenwicht
en je mobiliteit. Het brengt ook
tal van andere negatieve
gevolgen mee: bewoners raken gefrustreerd of geïsoleerd, er
ontstaan meer doorligwonden en incontinentie. Een bewoner die
uit zijn bed valt nadat hij eerst over een hek is geklommen,
valt harder dan iemand die gewoon uit bed valt. Fixatie moet
echt een laatste redmiddel zijn, geen gewoonte.’
Dat beseffen de rusthuizen zelf al beter, al groeit de
kloof
tussen de goede en slechte leerlingen. 22 woonzorgcentra
fixeren overdag nooit, maar in één op de vijf rusthuizen worden
liefst drie op de tien bewoners overdag vastgehouden.
"Het
beste wat je kunt doen, is bij het rusthuis
waar je ouders of grootouders verblijven,
vragen wat het beleid is rond fixeren,.
Ook de bewoners zelf raden we aan dat zeker
te doen"
(Milissen)
Koffie in het
dorp
Meerlehof is een van de woonzorgcentra met een ‘fixatiearm’
beleid. Ze hebben geen gordels meer om iemand aan een stoel te
binden, en sensoren langs de bedrand moeten vermijden dat er nog
hekken moeten worden gezet.
‘De bewegingsvrijheid van je bewoners is erg belangrijk, en dat
gaat verder dan bedhekken of trappelzakken’, zeggen kinesiste
Gert Lenaerts en hoofdverpleger Hanne Scheymans. ‘We hadden hier
een dementerende man die altijd een koffie wou gaan drinken
in het dorp. We hebben hem niet opgesloten, daar zou hij
doodongelukkig van geworden zijn. We hebben zijn foto aan alle
cafés in Lummen gegeven, met de vraag de rekening door te geven
en te bellen als er problemen waren of als hij niet meer terug
zou raken. Dat vergde grote inspanningen van ons allemaal, maar
het leverde ook veel op.’ Het beste wat je kunt doen, is bij het rusthuis waar je
ouders of grootouders verblijven, vragen wat het beleid is rond
fixeren, zegt Milisen. ‘Ook de bewoners zelf raden we aan
dat zeker te doen.’ De bedoeling van het VIKZ is sowieso op
termijn de resultaten per woonzorgcentrum online
beschikbaar te maken, net als die van andere
indicatoren, zoals het aantal valincidenten.
Toen de dementerende Louis (86) en zijn vrouw in
2010 naar het woonzorgcentrum Sint-Jozef in
Wommelgem verhuisden, hoopte zoon Frank, zelf
huisarts, dat zijn ouders daar eindelijk goed zouden
zitten. ‘Tot dan,’ zegt hij, ‘werd papa bijna overal
gedrogeerd en vastgebonden.’ Helaas: ‘In het nieuwe
tehuis is het gevecht tegen dat ‘fixeren’ pas echt
begonnen. Vorig jaar kregen we zelfs de boodschap
dat papa moest ophoepelen, omdat hij te lastig was.
Twee maanden geleden is hij tegen onze wil
overgeplaatst naar de psychiatrie:
ze waren hem liever kwijt dan rijk.’ Daar zat Louis
– wederom vastgebonden in zijn stoel en in zijn bed.
In 2010
verhuisden de dementerende Louis (86) en zijn vrouw naar het
woonzorgcentrum Sint-Jozef. Zoon Frank, zelf huisarts, hoopte
dat zijn ouders daar eindelijk goed zouden zitten. Maar bij zijn
eerste bezoek aan het rusthuis weet Frank niet wat hij ziet.
‘Mijn vader zat in een stoel, vastgesnoerd met een band om zijn
middel. Uiteindelijk werd hij ook ’s nachts vastgebonden met een
riem. Eén keer is hij zelfs met zetel en al omgevallen. Omdat
hij eruit wou, maar niet kon. Het gevecht tegen het vastbinden
van papa is toen pas echt begonnen.’
Precieze cijfers over het gebruik van fixatie in
woonzorgcentra in ons land zijn er niet. Hoewel
verpleegkundigen en artsen het mogen doen in uitzonderlijke
omstandigheden, geven onderzoeken door de KU Leuven bij
veertien centra aan dat het dagelijkse routine is. Het gebruik
varieert per afdeling, maar bij mensen met dementie die
agressief of onrustig zijn, wordt het het snelst gebruikt.
Nochtans zijn er heel wat negatieve gevolgen, gaande van
doorligwonden en ernstigere breuken bij valpartijen tot onrust,
boosheid en depressie. Er zijn zelfs gevallen bekend waarbij
mensen verstrikt raakten in een gordel en stierven.
‘Dementerende mensen vastbinden of platspuiten moet je gewoon
niet doen. Het is slechte zorg,’ reageert de Nederlandse
professor Jan Hamers. Hij
ijverde vijftien jaar geleden al voor een verbod op fixatie in
Nederland, maar ving aanvankelijk bot. ‘De impact van
vrijheidsbeperking op mensen met dementie is enorm. Zulke
patiënten weten vaak niet waar ze zijn, wie de mensen rondom hen
zijn, waarom dingen gebeuren. We zouden hen vooral
geborgenheid moeten bieden en wat doen we? Net het omgekeerde.’
Ook Frank en zijn zussen vroegen om hun vader niet meer vast te
binden, maar hun vraag stuitte op veel weerstand. ‘Omdat wij ons
bleven verzetten tegen het vastbinden van papa, is hij twee
maanden geleden tegen onze wil overgeplaatst naar de
psychiatrie. Ze wilden van hem af. In het rusthuis zijn
mensen met dementie welkom, behalve als ze lastig doen.’
Dat gebeurt helaas vaker, zegt ouderenpsychiater
Philippe Persoons (KU
Leuven). Hij ziet het aantal mensen met dementie die door
woonzorgcentra wegens moeilijk hanteerbaar gedrag naar de
psychiatrie worden doorverwezen stijgen. ‘Als iemand
geheugenstoornissen heeft, hoort hij thuis in een rusthuis, maar
zodra er ook gedragsproblemen bij komen, moet hij blijkbaar naar
de psychiatrie. Terwijl moeilijk hanteerbaar gedrag voorkomt bij
élke patiënt met dementie, alleen wordt dat aspect vaak
doodgezwegen of vergeten.’
Persoons wil het probleem aankaarten bij minister
Vandeurzen. ‘We kunnen
nog niet goed om met de gedrags- en psychiatrische aspecten van
dementie, terwijl we er alleen maar meer en meer mee te
maken zullen krijgen.’ Nu al vormen mensen met dementie bijna de
helft van de rusthuisbewoners. Fixatie is niet de oplossing,
medicatie evenmin. ‘Het antwoord is persoonsgerichte
zorg, maar op dat vlak hinkt Vlaanderen nog héél erg achterop.’
OPEN VENSTER
- LEZERSREACTIES HUMO 3832
Het
getuigenis van dokter Frank in Humo 3831 over de
schandalige behandeling van zijn demente vader kan
mij niet meer onthutsen omdat ik er meer dan één
persoonlijke ervaring aan toe kan voegen. Liever ga
ik in op het slot van het artikel: 'Als ik zie hoe
mijn trotse vader (...) in veel instellingen werd
behandeld, begrijp ik waarom steeds meer mensen in
dit land euthanasie overwegen als ze dement worden.'
Ik heb hier twee bedenkingen bij. Ten eerste stellen
we vast dat de katholieke zuil alweer aan een hetze
is begonnen om de uitbreiding van de huidige
euthanasiewet naar dementerenden en minderjarigen
tegen te gaan. Wanneer zullen die mensen eens
leren aanvaarden dat onze samenleving pluralistisch
is geworden en dat het dictaat van geestelijke
leiders voorbij is? Trouwens, noch de huidige,
noch de toekomstige wet zal iemand verplichten tegen
zijn geweten in te handelen. Ten tweede: hebben we
echt zo'n lijdensweg nodig om te kiezen voor 'de
goede of schone dood', wat de woorden 'eu' en 'thanatos'
betekenen? De dood is niet het ergste wat een mens kan
overkomen: wat eraan voorafgaat, kan vele malen
erger zijn.
Ik
ben ervan overtuigd dat we in ons denken over het
levenseinde tot een andere benadering moeten komen:
de dood kan voor vele mensen een verlossing zijn,
of een mooie zelfgekozen afsluiting van een voltooid
leven. De dood is naast de geboorte wel de meest
ingrijpende gebeurtenis in een mensenleven, maar
ingrijpend staat niet gelijk aan erg: als we de
geboorte vieren, waarom dan niet ook de waardige
zelfgekozen dood? Ik heb in mijn leven genoeg
overlijdens meegemaakt om de pijn van het afscheid
te kennen, maar meer dan eens werd die pijn
overvleugeld door dankbaarheid en zelfs trots.
Mijn mening is allesbehalve nieuw: de klassieke
Grieken en Romeinen en ook latere stoïcijnen als
Michel de Montaigne dachten er net zo over. Dat die
overtuiging op weerstand stoot, kan ik begrijpen: we
leven in een hedonistische tijd, waarin de
meesten van ons zich vastklampen aan de genietingen
van dit ene en enige leven dat hen gegeven is. Maar
ooit zullen we moeten leren loslaten en het
onvermijdelijke aanvaarden: wij zijn geen goden,
de onsterfelijkheid is ons niet gegeven.
Staf De Wilde, De Haan.
Ik
heb met veel interesse de reportage over gefixeerde
senioren in Humo 3831 gelezen. Ik heb zelf een tante
die al vijf jaar in een woonzorgcentrum verblijft.
Ondertussen is ook zij zwaar dement.
Rond haar tachtigste voelde ze dat het bergaf ging
met haar en telkens als de huisarts bij haar thuis
langskwam, vroeg ze hem om het verlossende spuitje.
Dat kon niet, antwoordde hij dan. Mijn tante
verhuisde daarop naar een serviceflat, en twee jaar
later probeerde ze er zelf een einde aan te maken.
Ze werd opgenomen in het ziekenhuis en moest van de
behandelende arts naar een woonzorgcentrum.
In het woonzorgcentrum werd mijn tante mishandeld.
Telkens als we op bezoek kwamen, waren haar kleren
nat van de urine en soms ook vuil van de stoelgang.
Ik heb daar foto's van als bewijs. Ze droeg van 's
morgens tot 's avonds dezelfde pamper. Eén keer trof
ik haar voor de verpleegpost in haar onderbroek aan,
terwijl ze binnen met vier personeelsleden zaten te
lachen. Niemand kwam mij helpen.
Haar wekelijkse bad is afgeschaft: ze was iedere
keer agressief en gilde de hele instelling bijeen -
ik had er al mijn twijfels over of ze überhaupt
gewassen werd. Ik heb toen voorgesteld of ik haar
zelf wekelijks een bad mocht geven - ik ben 23 jaar
in de zorgsector werkzaam geweest. In het begin kon
ik dat alleen aan, maar sinds twee jaar gaat mijn
zus mee om te helpen.
Anderhalf jaar geleden kreeg ik een mailtje van de
hoofdverpleegkundige dat tante achteruitging: ze at
en
dronk
bijna niet meer, en de dokter had moeite om haar
bloeddruk te meten. Ik vroeg de hoofdverpleegkundige
of ze een palliatief dossier kon opstarten en of ze
aan de huisdokter kon vragen om de hartmedicatie te
stoppen. Die ging akkoord en waarschuwde dat mijn
tante snel zou uitdoven. Ik ging naast haar bed
zitten, en plots zei ze: 'Dorst, dorst...' Ik
heb haar toen te drinken gegeven, en ze blééf maar
drinken. Ik ben haar toen vier dagen na elkaar in
bad gaan stoppen en drie keer per dag drinken gaan
geven. Ik mat haar bloeddruk met mijn eigen bloed
drukmeter en zag de waarden snel opnieuw normaal
worden. Na die vier dagen was ze herboren: ze lag
daar dus gewoon uit te drogen!
Vandaag ben ik haar gaan bezoeken. Wéér moest ik
vaststellen dat de verzorgers haar geen drinken
hadden gegeven. De zorgcentrumbewoners die in het
salon zitten, krijgen wel drinken, wie op zijn kamer
blijft, niet. Ik kwam daar aan om 16 uur, en pas om
18.30 uur kwam er een personeelslid binnen om haar
om te kleden voor de nacht. Ik zei toen dat er al
die tijd niemand was gekomen om te vragen of mijn
tante iets wilde eten of drinken. Ik vroeg me af hoe
dikwijls dat niet gebeurde als er geen familie
langskwam.
Zelf wil ik nooit in een woonzorgcentrum
terechtkomen. Als ik niet meer zelfstandig kan
leven, wil ik euthanasie. Zo'n levenseinde
verdient niemand.
Lutgard Michielsen, Berchem.
Rusthuis in Evergem zoekt alternatieven voor vastbinden
van dementerenden
VRT Terzake - 25/02/2014
Rusthuis Ter
Caele geeft bewoners
meer bewegingsvrijheid
bron:
Nieuwsblad.be
- 8/01/2014
EVERGEM - Met
een project, dat de Vlaamse Regering met
195.000 euro subsidieert, wil het OCMW
woonzorgcentrum Ter Caele al zijn bewoners
bewegingsvrijer maken.
‘Tot 60 procent van de bewoners van de
Vlaamse rusthuizen hebben een
bewegingsbeperking’, weet Wesley Antheunis,
directeur van Ter Caele. ‘Dat gebeurt met
een voorzettafel, dekens, banden of nog
bedhekken. Nochtans toont onderzoek aan dat
bewegingsbeperking of fixatie lichamelijk
(valrisico en doorligwonden) en psychisch
(onrust en depressie) negatieve gevolgen
heeft. Fixatie veroorzaakt ook een grote
maatschappelijke kost en een hogere werkdruk
voor het personeel. In Ter Caele waren
midden januari 2012 de helft van onze
bewoners gefixeerd. Dat aantal is vorig jaar
al naar 26 procent herleid en in 2015 willen
we al onze bewoners fixatievrij maken.
Voortaan zullen alle nieuwkomers meteen
een totale bewegingsvrijheid hebben’,
belooft Antheunis.
Dat kan dankzij onder meer een
sensorennetwerk, bedalarmen en materiaal dat
sensorische prikkels versterkt. ‘Een
verlaagd bed en valmat zijn andere
hulpmiddelen. Het doel van het
demonstratieproject is de levens- en
zorgkwaliteit van de bewoners te vergroten
en de kosten te reduceren. Met nieuwe
technieken passen we ons trouwens aan de
bewoners aan.’
‘De firma Xetal levert sensoren voor de
kamers. Die geven de signalen door naar een
centrale.’
Privacy
Om de privacy van de mensen te garanderen,
worden geen beelden gemaakt.’
Het Expertisecentrum Psychisch Welzijn in
Patiëntenzorg van de Karel de Grote
Hogeschool uit Antwerpen zal als de derde
partner het project begeleiden en de
resultaten staven. Dat centrum heeft op
gebied van expertise heel wat te bieden. Ter
Caele wil de meerwaarde op economisch- en
zorggebied van het bekroonde
demonstratieproject aantonen en hoopt later
op een ruime toepassing ervan.’
Zorginspectie hekelt hoog aantal
risicovolle fixaties in Vlaamse
ziekenhuizen
bron:
De Standaard- 16/08/2013 - Redacteurs Maxie Eckert + Yves
Delepeleire
In twee op de drie
algemene ziekenhuizen riskeren patiënten die gefixeerd zijn,
zich per ongeluk aan de riemen te verhangen. Volgens de
Zorginspectie gebeurt de fixatie bovendien vaak zonder overleg
met een arts.
BRUSSEL | ‘Door
het gebrek aan verhoogd toezicht vergroot de kans op beklemming
tussen de bedsponden. De patiënt loopt het risico te verstikken
of een ernstig letsels op te lopen als hij erover kruipt. Op het
moment van de audit kroop een patiënt over de sponden op de
afdeling geriatrie.’ In het inspectieverslag van het Algemeen
Stedelijk Ziekenhuis in Aalst noteren de inspecteurs van de
Vlaamse Zorginspectie hoe ze in juni 2011 met eigen ogen
vaststelden dat patiënten er niet naar behoren worden gefixeerd.
En daarmee is het ziekenhuis niet alleen. Heel wat ziekenhuizen,
zo blijkt uit een recente analyse van de inspectieverslagen door
de Zorginspectie, houden zich niet aan de strikte regels voor
fixatie.
Risico op
valpartijen stijgt In de meerderheid van de
ziekenhuizen die de Zorginspectie tussen 2010 en 2012 bezocht,
23 van de 33, worden artsen niet betrokken bij de beslissing om
een patiënt te fixeren. Ze worden er alleen van op de hoogte
gesteld, terwijl bijvoorbeeld agressief gedrag te wijten kan
zijn aan de medicatie die de patiënt neemt. En hoewel patiënten
alleen gefixeerd mogen worden als ze een gevaar voor zichzelf of
anderen zijn,worden in 24 ziekenhuizen ook patiënten die storen
of roepen, vastgebonden.
SNEL
De vrijheid van een patiënt beperken, mag alleen het
laatste middel zijn om hem of anderen te beschermen.
Volgens de Zorginspectie wordt het te vaak
toegepast. Dat is niet zonder gevaar voor de
patiënt.
De overmatige
fixatie is niet zonder gevaar. De Zorginspectie merkte bij
twintig ziekenhuizen op dat patiënten hierdoor risico lopen op
ernstige letsels. Patiënten die uit hun bed willen glippen,
bijvoorbeeld om naar de wc te gaan, dreigen zichzelf te
verhangen aan de lendengordel die hen vastbindt.
Kristin Slachmuylders, onderzoekster aan het departement
Gezondheidszorg van de Karel de Grote Hogeschool, beaamt dat
fixatie schering en inslag is in ziekenhuizen. ‘Volgens ons
onderzoek in Antwerpse ziekenhuizen worden in de algemene
verpleegafdelingen tussen 26 en 37 procent van de patiënten
gefixeerd door bedhekken op te trekken of door zemet gordels
vast te binden. Iemand vastbinden of bedhekken optrekken, mag
alleen de allerlaatste optie zijn. Omdat een fixatie het risico
op ernstige valpartijen verhoogt (zie hiernaast, red.), en omdat
we weten dat patiënten eronder lijden. Ze voelen zich beschaamd,
en sommigen reageren er depressief op.’
‘De patiënt en zijn familie moeten dus zoveel mogelijk betrokken
worden bij de beslissing.’ Volgens de Zorginspectie gebeurt dat
amper. In 20 van de 33 ziekenhuizen is er geen overleg met de
patiënt of een van zijn vertegenwoordigers, en is er geen
toestemming voor de fixatie gevraagd.
Johan Hellings, afgevaardigd bestuurder van ziekenhuiskoepel
Icuro, erkent het probleem. ‘Hoe je het ook draait of keert, bij
fixatie ontneem je een deel van de vrijheid van de patiënt.
Juist omdat de maatregel zo ingrijpend is, moet eerst naar
alternatieven gezocht worden. Als de patiënt uiteindelijk toch
gefixeerd wordt, moeten alle voorgeschreven procedures opgevolgd
worden.’
Of die procedures – het overleg tussen zorgverleners, een
degelijke verslaggeving in het patiëntendossier – gevolgd
worden, moet volgens Hellings gemeten en publiek gemaakt worden.
‘Volgend jaar willen we zo’n kwaliteitsindicator ontwikkelen.’
Gefixeerde
patiënten lopen bij
een valpartij risico
op een ernstig
letsel en ze lijden
onder de fixatie
Volgens Hellings
en ook onderzoekster Slachmuylders zijn al wel veel ziekenhuizen
volop bezig met hun fixatiebeleid. Dat blijkt ook uit een
rondvraag bij de ziekenhuizen die opmerkingen kregen van de
Zorginspectie.
Zo meldt het Limburgse Jessaziekenhuis dat maatregelen zoals
weinig mobiele patiënten regelmatig naar de wc begeleiden, al
helpen om het aantal fixaties terug te dringen. ‘Het is een van
onze vele maatregelen om te voorkomen dat een patiënt die niet
goed ter been is, zelf op stap gaat en mogelijk valt. We hoeven
hem dan niet aan zijn bed te binden’, zegt woordvoerder Kris
Eyckmans.
Ook het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis Aalst, waar de
Zorginspectie een patiënt over bedhekken zag klimmen, werkt aan
zijn fixatieprocedures. Die bevatten nu een lijstmet
alternatievemaatregelen. ‘Al kunnen niet alle fixaties in het
ziekenhuis vermeden worden’, zegt woordvoerster Katleen Van Der
Biest.
4
vragen
Vooral ouderen
worden gefixeerd
1.
Wat is fixatie?
Met fixatie worden maatregelen bedoeld die de
bewegingsvrijheid
van een patiënt sterk beperken: er worden hekken aan
het bed opgetrokken, of de
patiënt wordt aan de lenden, de enkels en polsen
vastgebonden.
Naargelang het aantal riemen dat wordt vastgemaakt,
spreken artsen en verpleegkundigen van één, drie- of
vijfpuntsfixatie.
2. Wie mag patiënten
fixeren?
‘In principe is dat een taak van verpleegkundigen’,
zegt Koen Balcaen, verpleegkundig directeur
van het UZ Leuven.
‘Maar
het multidisciplinair
overleg met een arts vóór de fixatie is wel
verplicht.’
3. Welke patiënten worden
gefixeerd?
Volgens Kristin Slachmuylders, onderzoekster aan het
departement Gezondheidszorg van de Karel de
GroteHogeschool, worden op de algemene
verpleegafdelingen (niet de psychiatrische)
vooral oudere patiënten
gefixeerd die dreigen te vallen als ze
zonder begeleiding op stap zijn.
‘Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt evenwel dat
het risico op een val niet automatisch daalt. Wie
over de bedhekken klautert, loopt bijvoorbeeld
juist
een groot risico op een ernstig letsel.’
4. Zijn er wel alternatieven?
Volgens Koen Balcaen (UZ Leuven) mogen
bedhekken alleen gebruikt
worden als de patiënt er zélf om vraagt,
bijvoorbeeld omdat hij schrikt heeft om uit het
smalle bed te vallen.
‘Als de patiënt geen bedhekken wil, moet het bed
gewoon zonder hekken zo dicht mogelijk tegen de
grond gezet worden.
Dan zou de patiënt maar tien centimeter diep
vallen.’ Bij patiënten die dreigen weg te lopen,
helpen alarmen en codeslots aan de deur van de
afdeling. (mec)
UIT DE
VERSLAGEN VAN ZORGINSPECTIE BLIJKT:
‘In 2010
kwam acht procent van de valincidenten voor bij
gefixeerde
patiënten. Hierbij liepen 9 van de 55 patiënten verwondingen op’
----------------------
‘Tijdens het gesprek met de patiënt bleek deze zeer
rustig. Hij begreep niet waarom hij 24 uur op
24 werd gefixeerd. De wens van de patiënt werd niet
gerespecteerd’
----------------------
‘Slechts in vijftig procent van de gevallen wordt
de arts van de fixatie verwittigd’
REACTIE Koen
Balcaen: ‘Zorgverleners moeten
fixatie eens zelf ondergaan’
Sommige afdelingen van het UZ Leuven slagen er
volgens de Zorginspectie in om een ‘fixatiearm
beleid’ te voeren. Maar in andere afdelingen
hekelden de inspecteurs in juni 2010 wel dat er
onvoldoende aandacht is voor de risico’s van fixatie
en de alternatieven.
‘Het staat buiten kijf dat we het aantal fixaties zo
laag mogelijk moeten houden’, reageert Koen Balcaen,
verpleegkundig directeur in het UZ Leuven. ‘Een
fixatie is altijd een afweging. Enerzijds moeten we
patiënten tegen zichzelf beschermen en kan de
fixatie daarbij helpen, anderzijds is het een
inbreuk op de menselijke waardigheid. Het is
belangrijk dat verpleegkundigen erbij stilstaan wat
een fixatie met een patiënt doet. Bij bijscholingen
laten we ze daarom bewust bij elkaar de fixaties
oefenen. Zo voelen ze wat het is om vastgebonden
te worden en niet meer zelf naar de wc te kunnen
gaan.’
‘Let wel, dat medeleven mag geen excuus zijn om een
patiënt niet volledig te fixeren. Een halve fixatie,
zoals alleen de lendengordel aanleggen, is
gevaarlijk en leidt tot ongelukken. Dat
zorgverleners het er moeilijk mee hebben om iemand
van zijn vrijheid te beroven, geeft meteen de
verklaring waarom de Zorginspectie in zoveel
ziekenhuizen gevaarlijke praktijken opmerkt.’ (mec)
"Als je een
antipsychoticum krijgt voorgeschreven is de kans dat je binnen enkele maanden komt
te overlijden 2 keer zo hoog..." bron: NCRV -
Netwerk - 9/10/2008
9/10/2008 -
NETWERK - Het vastbinden van demente verpleeghuisbewoners ligt
onder vuur. In Netwerk aandacht voor ‘chemisch vastbinden’.
Eenderde van de dementerenden in Nederland krijgt
antipsychotica toegediend, met alle schadelijke gevolgen van
dien. In Netwerk zijn familieleden en deskundigen aan het
woord over de schadelijke gevolgen. Binnenkort komt de
Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen met een nieuwe
richtlijn. Daarin wordt gesteld dat antipsychotica alleen mag
worden verstrekt als alle andere interventies (benaderingen)
niet effectief zijn gebleken en in acute noodsituaties.
(Makers reportage: Sander Rietveld /
Nanette Zonnenberg)
gevolgen van
antipsychotica
• nergens meer
op
reageren
• geestelijk afstompen
• soort zombie worden
Dwangmedicatie om
patiënten chemisch vast te binden. Slechts 1 op 5
patiënten heeft zelf baat bij de antipsychotica.
Als het toedienen daarvan zonder toestemming van de
patiënt of familie gebeurt, is het dwangmedicatie
die moet worden gemeld bij de inspectie. "Maar de wil van een bewoner in een verpleeghuis is soms moeilijk
in te schatten en een heel schimmig gebied" zo zegt ...CDA-politica Cisca Joldersma.
"Medicijnen versuffen de patiënt zodanig, dat hij
niet meer hinderlijk om aandacht vraagt. Het maakt hem
apathisch, zodat de rest er geen hinder meer van heeft. De
patiënt wordt daar aan opgeofferd."
"Uit
studies blijkt dat antipsychotica heel slecht werken
en bij slechts bij een heel beperkt gedeelte van
aantal patiënten een gunstig effect heeft.",
aldus klinisch geriater Rob van Marum.
In sommige verpleeghuizen
zijn antipsychotica nauwelijks nodig
omdat de zorg er helemaal
gericht is, op de behoefte van de patiënten...
Dit jaar zijn er al zeven mensen overleden nadat ze in een
zorginstelling zijn vastgebonden of vastgezet.
Dat bevestigt de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). En dat
is een forse stijging in vergelijking met andere jaren. Een
verklaring kan de IGZ niet geven. Maar de meeste slachtoffers
raakten verstrikt in een Zweedse band waarmee ze waren
'gefixeerd' en stikten daarbij. Een maatregel die in de
Verenigde Staten al niet meer wordt toegepast, waarom in
Nederland wel?
Gezondheidsinspectie NL na onderzoek in 86
zorginstellingen:
"Dementerenden en verstandelijk
gehandicapten
worden onnodig vaak
vastgesnoerd, opgesloten
of platgespoten"
18/11/2008
-
RTL 4 journaal gaf een
overzicht van feiten en cijfers
en beelden uit het fixatievrije verpleeghuis Overspaarne in
Haarlem.
18/11/2008
-
NOS journaal liet
ondermeer zien hoe verpleeghuis
Polderburen in Almere al 12 jaar lang - sinds haar ontstaan -
niet fixeert.
De
Nederlandse Inspectie voor de Gezondheidszorg wil het gebruik
van onrustbanden in instellingen voor ouderen en gehandicapten
terugdringen. In 2011 moet het gebruik van onrustbanden en
andere vrijheidsbeperkende maatregelen tot een minimum zijn
teruggebracht. Daartoe wordt vandaag op een congres een
intentieverklaring getekend. Volgens de Inspectie worden
patiënten onnodig vaak vastgebonden, omdat verpleegkundigen
niet op de hoogte zijn van de alternatieven. De Inspectie noemt
het gebruik van onrustbanden onmenselijk en niet meer van
deze tijd.
Nadat duidelijk was geworden dat in een jaar tijd zeven mensen
waren overleden door het gebruik van onrustbanden begon de
Inspectie een onderzoek in negentig instellingen voor ouderen en
gehandicapten. In sommige instellingen worden al alternatieven
gebruikt.
Nevenstaand
RTL 4 journaal gaf een overzicht van feiten en
cijfers en beelden uit het fixatievrije verpleeghuis Overspaarne in Haarlem.
Nevenstaand
NOS journaal liet ondermeer zien hoe verpleeghuis
Polderburen in Almere al 12 jaar lang - sinds haar
ontstaan - niet fixeert.
Nationale verontwaardiging
en schokkende reacties na
reportage over 18-jarige Brandon die al 3 jaar aan muur zit
vastgeketend in zorginstelling 's Heeren Loo
Nederlandse Inspectie voor de Gezondheidszorg
vindt dat behandeling en begeleiding
van Brandon voldoen aan de voorwaarden voor verantwoorde zorg
Al drie jaar lang
leeft de 18-jarige Brandon vastgebonden aan de muur van zijn
kamer. De jongen woont op 's Heeren Loo, een instelling voor
verstandelijk beperkten. Het personeel is bang voor Brandons
onvoorspelbare gedrag en daarom zit hij vast. Dat zegt een
medewerkster van 's Heeren Loo die de situatie van Brandon zo
ernstig vindt dat ze besloten heeft met haar verhaal naar buiten
te komen. Naar aanleiding van de kwestie vraagt de PVDA een
spoeddebat aan.
vast aan
een riem
In 2007 besluit 's Heeren Loo dat Brandon elke dag met een
tuigje en een riem aan de muur geketend moet worden. Al drie
jaar is Brandon niet meer in de buitenlucht geweest. Zijn
bewegingsvrijheid is anderhalve meter, de lengte van de riem. De
jongen verblijft in een lege, kille kamer die nog het meeste weg
heeft van een isoleercel.
tunnelvisie?
In de uitzending komt de moeder van de jongen aan het woord:
"Mijn zoon leeft als een gekooid dier. Het doet pijn om hem zo
te zien." De jongen zelf komt in beeld in video-opnames die zijn
ouders in de instelling van hem maakten. Een van de begeleiders
van Brandon verwijt de instelling tunnelvisie. "Totdat hij zich
schikt in zijn lot gaat het tuigje niet uit. Dan geef je iemand
in feite gewoon op." Verder zegt ze de situatie van Brandon
meerdere keren aangekaart te hebben bij de directie van 's
Heeren Loo en de Inspectie voor Volksgezondheid, maar dat bracht
volgens haar geen verbetering voor Brandon
spoeddebat PvdA
Tweede Kamerleden reageren geschokt. De PVDA zal later deze een
spoeddebat aanvragen. Agnes Wolbert (PVDA): "Geen aandoening is
zo erg dat dit vededigbaar zou zijn. Brandons situatie moet per
direct worden verbeterd. Elke dag dat dit langer duurt is een
dag te lang." Sabine Uitslag (CDA): "Ik krijg hiervan een knoop
in mijn maag. Ik kan me niet voorstellen dat dit de enige manier
om deze jongen te behandlen. Iemand drie jaar zo vasthouden, dat
kan echt niet."
reacties vanuit de politiek
In de uitzending van Uitgesproken EO een schokkende reportage
over de situatie van Brandon en reacties vanuit de
politiek. In de studio een gesprek met Wim Drooger van
Platformvg en Frank van der Linden, regiomanager van 's Heeren
Loo
Vlaamse ziekenhuizen fixeren 4 op 10 patiënten
De Standaard - 5/10/2012
ANTWERPEN
- Tot 44 procent van de ziekenhuispatiënten wordt aan het bed
vastgemaakt of op een andere manier in hun vrijheid beperkt. Dat
blijkt uit een studie van de Karel de Grote-Hogeschool
(Antwerpen).
Het woord “fixatie” moet wel vrij breed worden opgevat, zo
blijkt. ‘Vaak gaat het om het optrekken van de bedhekken aan de
zijkant of om een deuralarm’, stelt Christine Ceulemans,
coördinator van het departement Gezondheidszorg van de
hogeschool. ‘Bij zo’n 16 procent van de patiënten gaat het over
een lendengordel of polsbandjes, om te voorkomen dat ze sondes
uittrekken of uit het bed vallen.’ Fixatie komt vooral bij
oudere of visueel beperkte patiënten voor.
‘Maar de praktijk gebeurt te frequent en te ingrijpend’, zegt Ceulemans, ‘En dat is
niet zonder gevaren. Bijvoorbeeld de
bedhekken, die moeten patiënten beschermen tegen vallen , maar
soms klimmen ze daar ’s nachts over om naar het toilet te gaan.
Op dat moment zorgt een val voor ernstigere letsels.’
Spierverzwakking door langdurige fixatie verhoogt dat risico nog
eens.
‘Exacte cijfers over incidenten met fixatie zijn er niet,’ zegt
Ceulemans, ‘Maar het is duidelijk dat overmatig fixeren voor
ernstigere verwondingen kan zorgen bij de patiënt, wat ook de
maatschappij geld kost.’ De hogeschool ontwikkelde een online
leerplatform waarop verpleegkundigen zich kunnen bijscholen om
minder en minder ingrijpend te fixeren.
Karel de Grote-Hogeschool Fysieke fixatie in een algemeen
ziekenhuis
Slachmuylders Kristin, Franck, Erik,
Ceulemans Christine
Het
gebruik van fysieke fixatiemiddelen is een frequent
toegepaste interventie in de verpleegkundige
praktijk waarbij de fysieke en psychische
gevolgen worden onderschat. Op vlak van kennis
en attitude blijken bij verpleeg- en zorgkundigen
duidelijke tekorten te bestaan. Tot op heden is
in Vlaanderen geen cijfermateriaal bekend over het
gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen.
Vanuit het werkveld is er echter vraag naar
ondersteuning in het uitwerken van een fixatie(arm)
beleid.
De
studie gebeurde in 4 Antwerpse ziekenhuizen bij 1584
patiënten. De prevalentie van fysieke fixatie was
48%. Zonder bedhekken was dit nog steeds 16%. De
belangrijkste reden was valpreventie. Zicht- en
gedragstoornissen, een hogere leeftijd en
hulpbehoevendheid waren geassocieerd met een
verhoogd fixatierisico. Daarnaast werden 198
verpleeg- en zorgkundigen bevraagd. Er waren
belangrijke kennistekorten m.b.t.
patiëntenveiligheid en wetgeving. Voltijds
werkende en hoofdverpleegkundigen hadden meer kennis
en stonden minder positief t.a.v. fysieke fixatie.
Patiënt en familie worden zelden betrokken in de
fixatieprocedure.
Patiënten worden nog te vaak gefixeerd omwille
van de verkeerde reden, namelijk vallen.
Fixatie is een middel van laatste keuze. Om te
evolueren naar fixatie-arme instellingen, en zo de
levenskwaliteit en veiligheid van patiënten m.b.t.
fixatie te garanderen, moet er meer aandacht gaan
naar het introduceren van fixatiealternatieven in de
zorg.
"Fixatiebanden
zijn onmenselijk
en
niet meer
van deze tijd"
"Als
je een beest zo behandelt,
komt de dierenbescherming in actie"
"Als je een beest zo behandelt, komt de dierenbescherming in
actie". Met deze emotionele woorden riep Els Derksen het
verpleeghuis op om te stoppen met het vastbinden van haar
dementerende man. Ruim twee jaar lang werd hij vastgebonden, dag en nacht, waarvan de
laatste anderhalf jaar in isolement in zijn kamer.
Het gebruik van zo'n onrustband is
niet zonder gevaar, want in 2008 leidde het
vastbinden van demente mensen tot zeven dodelijke
slachtoffers. Els Derksen accepteert de
mensonterende situatie van haar man niet en bindt de
strijd aan.
Inmiddels is Jo bevrijd.
Zonder banden en onrustmedicatie leidt hij nu een
huiselijk en gezellig leven in een woongemeenschap
voor mensen met dementie.
Inspecteur-Generaal voor de gezondheidszorg (NL),
Gerrit van der
Wal:
Stringente
vormen van vrijheidsbeperking
zoals vastbinden zijn eigenlijk onacceptabel
bron:
Tijdschrift voor Verzorgenden (NL)
We
zijn allemaal kwetsbaar als het gaat om onze gezondheid, maar de
een is kwetsbaarder dan de ander. Mensen met verstandelijke
beperking en demente ouderen bijvoorbeeld; zij verdienen wat dat
betreft onze extra aandacht. Het gebeurt nog te vaak dat deze
kwetsbare mensen te maken krijgen met beperkingen in hun
bewegingsvrijheid, zoals vastbinden.
We weten
allemaal dat het beperken van iemands vrijheid diep
ingrijpt in de persoonlijke levenssfeer. Daarom hebben
we in 2007 onderzocht in welke mate in de gehandicaptenzorg en
de ouderenzorg vrijheidsbeperkende maatregelen de regel zijn en
wat er gedaan wordt om dit te voorkomen. Uit het onderzoek komt
naar voren dat er grote verschillen zijn tussen instellingen.
Sommigen hebben met succes het aantal vrijheidsbeperkingen
teruggedrongen, maar er zijn ook instellingen die nog steeds
te snel naar vrijheidsbeperkende maatregelen grijpen. Voor
ons is dit een conclusie waar vooral het veld zijn voordeel mee
moet doen. Leren van goede voorbeelden is daarbij het
sleutelwoord. Wij als inspectie gebruiken de goede voorbeelden
om instellingen waar vrijheidsbeperkend maatregelen nog
regelmatig voorkomen, een spiegel voor te houden. In deze
congreskrant laten we enkele goede voorbeelden zien uit
instellingen die succesvol zijn met het terugdringen van
vrijheidsbeperkingen.
Ons
onderzoek laat zien dat zodra instellingen bewust omgaan met
vrijheidsbeperkingen, deze veel minder toegepast worden. Dat
betekent dat die instellingen continue stil staan bij wat het
voor iemand betekent om in zijn vrijheid beperkt te worden én
steeds kijken naar alternatieven. Ondersteuning door het
management van het verplegend en verzorgend personeel in hun
streven om vrijheidsbeperkende maatregelen af te schaffen, is
onmisbaar. Wij staan op het standpunt dat kwetsbare mensen in
instellingen zo min mogelijk in hun vrijheid moeten beperkt
worden en dat stringente vormen van vrijheidsbeperking
zoals vastbinden eigenlijk onacceptabel zijn. Wij
willen dat per 2011 er geen onrustbanden meer worden gebruikt.
Dit laat natuurlijk onverlet dat er situaties zijn waarin deze
vorm van vrijheidsbeperking onvermijdbaar is, maar dan zijn er
strikte kwaliteitseisen en controle verbonden aan de
handeling.
Om er mede voor te zorgen dat deze ambitie van de
inspectie werkelijkheid wordt, gaan wij de komende maanden in
gesprek met mensen van de werkvloer en het management. Tijdens
ons congres, Zorg voor Vrijheid, wisselen wij met hen uit wat de
beste alternatieven zijn om vrijheidsbeperkend maatregelen in de
toekomst te voorkomen.
Wij
zullen de komende jaren vrijheidsbeperking van kwetsbare mensen
in onze samenleving hoog op onze agenda houden. Wij gaan
ervan uit dat dit ook de ambitie van het veld is. Om
vrijheidsbeperking verder terug te dringen hebben we elkaars
hulp nodig, want alleen samen kunnen we ervoor zorgen dat de
meest kwetsbare mensen in onze samenleving de zorg krijgen waar
ze recht op hebben.
Professor dr. Jan Hamers, hoogleraar verpleging ouderen aan de
Universiteit Maastricht:
"Mensen vastbinden
om vallen te
voorkomen
met onmiddellijke ingang verbieden"
bron: Tijdschrift voor Verzorgenden (NL)
Ga een
psychogeriatrisch verpleeghuis binnen en gemiddeld één op de
tien bewoners zit vast met de Zweedse band. Bijna allemaal om
vallen te voorkomen. Vooral om te voorkomen dat iemand zijn heup
breekt. In Nederland zijn ruim zesduizend mensen door
middel van banden in hun vrijheid beperkt. Wie bedhekken,
verpleegdekens, stoelplanken, plankstoelen en dergelijke ook
meerekent als vrijheidsbeperking, komt tot de onthutsende
conclusie dat gemiddeld de helft van de geriatrische
verpleeghuisbewoners, ruim dertigduizend mensen, beperkt is in
zijn vrijheid.
RISICO
MINDER GROOT
'Bij
elke honderd valpartijen treedt slechts in twee gevallen ernstig
letsel op', zegt prof. Jan Hamers. 'Het risico van ernstig
letsel is dus veel minder groot dan je zou veronderstellen.
Mensen die vaak vallen, hebben meestal minder letsel dan mensen
van wie je dacht dat ze niet zouden vallen. En precies de mensen
van wie je het niet verwacht dat ze vallen, zijn niet
vastgebonden.' uit onderzoek van Hamers en anderen blijkt dat
als je de banden afschaft, dat niet leidt tot ernstige letsels.
'Het leven is niet zonder risico's', zegt hij. 'Je
kunt nooit een honderd procent veilige situatie creëren. En
als je wel die suggestie tegenover de familie van de patiënt
wekt, dan heb je een probleem als er dan toch iets gebeurt.'
ANDER VERPLEEGHUIS
Een
verpleeghuis moet volgens Hamers gewoon zeggen: ook hier kan uw
vader of moeder vallen. We zullen ons uiterste best doen om dat
te voorkomen, maar we binden geen mensen vast. Als u wil dat
vader of moeder worden vastgebonden, dan moet u een ander
verpleeghuis zoeken. Verpleegkundigen, verzorgenden,
artsen en paramedici denken dat vastbinden de beste zorg is die
ze kunnen leveren omdat ze risico's uitsluiten. 'Dat is
niet zo', zegt Hamers, 'de gevolgen van vastbinden zijn
legio. Al zit je maar een paar dagen vast, dan neemt de
spiermassa al zienderogen af. Dat op zich vergroot het risico op
vallen aanzienlijk. Laat je iemand die vast heeft gezeten weer
opstaan, dan is het risico van vallen levensgroot. Sceptici
zeggen dan: zie je wel dat het beter is ze vast te zetten...
Als er toch een ongeluk gebeurt, moet men zich realiseren wat
het voor een mens betekent twee of drie jaar onnodig in een
stoel vast te zitten.' Er zijn lange lijsten van
negatieve gevolgen van vastbinden. Mensen worden
bijvoorbeeld incontinent door. 'Als je vastzit, kun je niet zelf
naar het toilet', legt Hamers uit.. 'Was je niet incontinent,
dan word je het door vastbinden. mensen krijgen op drukplekken
last van doorzitten. Mensen worden er depressief of
geagiteerd van. Ze gaan probleemgedrag vertonen: roepen,
schreeuwen. Zorgverleners realiseren zich onvoldoende
dat zij in dit geval zelf de veroorzakers daarvan zijn.
Het is een misverstand te denken dat vrijheidsbeperking de
werkdruk vermindert.'
STEUN VOOR ZORGVERLENERS
Om
vrijheidsbeperking uit te bannen is volgens Hamers 'een
cocktail' aan maatregelen nodig. 'De cultuur moet veranderen en
er is scholing nodig. Zorgverleners willen best, maar ze voelen
zich onvoldoende gesteund door hun collega's en de familie
van de patiënt. Er moeten voldoende middelen, zoals lage
bedden, beschikbaar zijn en vooral: het beleid moet
veranderen. Dat betekent dat de directie of de raad van
bestuur moet zeggen: over een half jaar is deze maatregel uit
den boze. Dan moeten er heel veel barrières komen om de
vrijheid toch te beperken. Dan gaan de banden van de afdeling
weg en mag nog maar één arts gebruik toestaan in zeer
uitzonderlijke situaties. Het lukt alleen met steun van
directie of raad van bestuur en van de inspectie voor
gezondheidszorg. Die mogen zorgverleners niet in de
onzekerheid laten over of ze steun hebben bij valincidenten.
Er komt maximale steun in de vorm van een wettelijk verbod,
maar ik hoop dat daarin geen mitsen en maren komen te staan om
het toch nog mogelijk te maken.' Als instellingen
vrijheidsbeperking afschaffen, moet dat wel met beleid gebeuren,
vindt Hamers. 'Mensen die hebben vastgezeten, hebben de eerste
tijd extra begeleiding en extra fysiotherapie nodig om hun
spiermassa op te bouwen en opnieuw balans te vinden. Bij het
afschaffen van vrijheidsbeperking is er niet één oplossing. Voor
de ene patiënt is een laag bed de oplossing. Voor de ander een
infrarood waarschuwingssysteem, cameratoezicht, extra oefeningen
of heupbeschermers. Sommige mensen moeten extra naar buiten
of hebben andere extra activiteiten nodig om onrust weg te nemen.'
Hamers hoopt dat Nederland over drie jaar bandenvrij is
en dat over twintig jaar mensen verbijsterd vragen: 'Vastbinden,
deden jullie dat toen nog?' Als zorgverleners praten over
vrijheidsbeperking en over fixatievrije zorg, dan hebben ze het
meestal alleen over de Zweedse banden', waarschuwt hij. 'Als we
in plaats van banden iedereen in een stoel zetten met een plank
ervoor, zijn we verkeerd bezig.'
Nooit meer vastbinden
bron:
Innovatiekring Dementie
Door Stella Braam en Elly
Duijf / Foto's copyright Cees Hilhorst
Ook dementerende ouderen
willen vrij en veilig kunnen bewegen. Toch worden veel van hen
in hun bewegingsvrijheid beperkt. Ze worden bijvoorbeeld
vastgebonden, ‘gefixeerd’ in jargon. Waarom? Wat zijn de
gevolgen? Wat is het alternatief en wanneer heeft dit kans van
slagen? Professor Jan Hamers aan het woord.
Hij is bijzonder
hoogleraar verpleging en verzorging van ouderen, een leerstoel
ingesteld door zorggroep Meander Oostelijk Zuid Limburg. En al
jaren bezig op het terrein van vrijheidsbeperkende maatregelen.
Onder fixeren verstaat Jan Hamers ‘alle maatregelen om een
verpleeghuisbewoners in zijn vrijheid te beperken.’
Berucht zijn de Zweedse banden: gordels waarmee je iemand op een
stoel of in bed vastbindt. Ook zijn er polsbanden, enkelbanden,
verpleegdekens, stoelplanken (een soort dienblad op een stoel
zodat je niet kunt opstaan) en bedhekken.
ONWETENDHEID
Het gebeurt onnodig vaak, weet Jan Hamers. Hij stuit op
onwetendheid en vooroordelen van zorginstellingen in het hele
land. Hem valt op dat het vaak uit routine gebeurt. Bij een
verpleeghuisbewoner die onrustig is bijvoorbeeld, of omdat
iemand ‘valgevaarlijk’ zou zijn, of omdat er te weinig
toezicht is. Hamers: ‘In acht van de tien gevallen gaat het
om valpreventie. Men is bang dat iemand gaat vallen. Vaak is
die angst niet terecht.’
GEVOLGEN
Het is geen pretje als je wordt gefixeerd. Een greep uit
de rij gevolgen: angst, afweer, vernedering, onbehaaglijk
gevoel, desoriëntatie, afwijkend gedrag, verminderd zelfbeeld,
verwardheid, agressie, depressie, toename onrust en sociaal
isolement. Plus allerlei lichamelijk ongemak. Het
risico op verkramping, niet meer kunnen bewegen. Diepe
trombose. Embolie (verstopping van een bloedvat).
Oedeem (vochtophoping in de weefsels). Verminderde
ademhalingscapaciteit. Slechtere conditie.
Verminderde spiermassa. Verlies van balans.
Jan Hamers: ‘Het valgevaar wordt alleen maar groter als je
fixeert. Als je iemand een week in Zweedse banden houdt,
verzeker ik je dat hij gaat vallen, want de spiermassa neemt
heel snel af.’
Ook vinden er ongelukken plaats. Bijvoorbeeld omdat een bewoner
over het bedhek probeert te klimmen of met het hoofd tussen de
spijlen bekneld raakt. Elk jaar hebben er, ten gevolge van
fixatie, enkele van die
ongelukken zelfs een dodelijke afloop.
ÉÉN VRAAG
Er is niet één pasklare oplossing voor alle bewoners. Het komt
aan op maatwerk, zegt Jan Hamers. ‘Je moet naar elk individu
kijken. En bij dat individu een passend alternatief bedenken.’
Het begint met één vraag die je bij elke bewoner zou moeten
stellen, namelijk: waaromzijn we deze bewoner ooit gaan
fixeren? Wat was de aanleiding? Jan Hamers: ‘Dan blijkt dat
bijvoorbeeld onrust de reden was. Maar is hij nog steeds
onrustig? Er was sprake van valgevaar of angst dat iemand gaat
vallen. Maar is die angst terecht? In zo’n geval zeggen wij:
maak de band los, blijf erbij zitten en kijk wat er gebeurt.
Vaak blijkt dat iemand heus niet valt, en als het toch gebeurt,
leidt dit niet direct tot een fractuur.’
ALTERNATIEVEN
Wat de alternatieven zijn, moet je steeds per bewoner bekijken.
Hamers somt een greep uit de mogelijkheden op: ‘’s Nachts niet
meer fixeren, maar bedden aanschaffen die laag kunnen staan.
Of maak gebruik van infrarode systemen en belmatjes,
waardoor er een belletje klinkt als de bewoner wil opstaan.’
Hij vervolgt: ‘Bied activiteiten aan tijdens de uren dat
iemand onrustig is. Betrek familieleden en vrijwilligers
erbij, zodat moeder niet de hele tijd in een stoel met een
plank voor zich zit. Verder: maak de omgeving veiliger:
zorg voor voldoende verlichting en verwijder obstakels
waarover iemand kan struikelen. ‘Maak gebruik van
heupbeschermers, mits deze consequent worden gedragen.
Schakel een fysiotherapeut in zodat de bewoner beter leert
lopen.’ Een waarschuwing is op zijn plaats, zegt Hamers. ‘Als
mensen lang gefixeerd zijn geweest, kunnen ze niet meer meteen
lopen: Er is namelijk weinig van hun spiermassa over. Dus
moet het lopen weer voorzichtig met behulp van oefeningen worden
opgebouwd.’
WEERBARSTIG
Goed nieuws: het blijkt dat op afdelingen waar niet of
nauwelijks gefixeerd wordt, bewoners weliswaar meer vallen,
‘maar niet met ernstige verwondingen,’ weet Jan Hamers. Toch is
de praktijk weerbarstig. ‘Met bijscholing van het personeel ben
je er nog niet,’ zegt hij. ‘Het moet structureel onderdeel
worden van het beleid van een organisatie. Er is een
cultuurverandering nodig. Iedereen, van familie,
verpleeghuisarts tot en met de keukenhulp moet erachter staan.
De top moet het groene licht geven. Ook mag het niet
vrijblijvend zijn.’
verpleeghuisarts/sociaal
geriater
Hans Houweling:
"Hou me vast
is niet bindt me vast" bron:
Innovatiekring
Dementie
Door Stella Braam / Foto's copyright Cees Hilhorst
Verpleeghuisarts
Hans Houweling heeft nooit gefixeerd. Mensen met dementie zoeken
houvast. Dan is het vreemd dat je ze vastbindt, zegt de
‘non-fixeur’ van het eerste uur. ‘We moeten ze juist nabijheid,
huiselijkheid en geborgenheid bieden.’
Hans Houweling noemt zichzelf ‘redelijk eigenwijs’. En gaat, als
nodig, de confrontatie aan. Die eigenschappen kwamen hem goed
van pas als aanstormend verpleeghuisarts. ‘Hans, jij gaat nooit
een Zweedse band voorschrijven,’ hield hij zichzelf voor. ‘Stel je voor: je wil naar huis om voor je kinderen thee te
zetten. Maar je wordt vastgebonden. Wat zal er wel niet met je
kind gebeuren? Je raakt helemaal in paniek,’ zegt de
medeoprichter van het bekende kleinschalige Anton Pieck-hofje
in Haarlem. Medeoprichter ook van
Polderburen, het centrum voor verpleeghuiszorg in Almere
waar niet wordt gefixeerd. En dezer dagen bezig met het opzetten
van ‘modelboerderijen’ voor mensen met dementie, hoewel hij
liever spreekt over ‘wonen en welzijn voor mensen met dementie’.
Hans is om drie redenen tegen de Zweedse band. ‘Eén: om
humanitaire redenen, zo ga je niet met mensen om. Twee:
om reden van goede zorg hoort het niet. En drie: om
reden van wetenschappelijk onderzoek. Het is bewezen dat het
staken van fixeren niet leidt tot een toename van ernstige
ongevallen.’
VERWAARLOOSD EN ONTMENSELIJKT
Midden jaren zeventig van de vorige eeuw maakte Hans zijn entree
in de zorg voor ouderen, allereerst in een ziekenhuis in
Haarlem. Daar trof hij ook mensen aan met dementie. Hij kon zijn
ogen niet geloven. ‘Mensen in een deerniswekkende toestand -
aan de stoel vastgebonden en die stoel zit ook nog aan de
verwarming vast. Mensen die desolaat, angstig, verwaarloosd en
ontmenselijkt waren.’ Hans krabde zich achter zijn oren en
stelde vast: dit is geen goede zorg.
Die zorg zag er toen overigens anders uit dan nu. Je had vooral
somatische verpleeghuizen, bedoeld voor mensen met een fysieke
beperking, legt Hans uit: ‘Er waren nog heel weinig
psychogeriatrische verpleeghuizen. Mensen met dementie trof je
vooral aan in particuliere instellingen en in de psychiatrie.
Daar werden ze opgeborgen en niet zelden vastgebonden.’
Het vastbinden stamt volgens Hans uit de tijd van het dolhuys,
de psychiatrische instelling van vóór onze tijd. ‘Er waren nog
geen medicijnen, dus werden er vaak fysieke maatregelen
toegepast op mensen met gek en wild gedrag. Mensen vastbinden,
muilkorven, isoleren en in spanlakens doen. Warme en koude
baden. Ik denk wel eens dat de Zweedse band nog een relikwie
of een oude restant is uit de psychiatrie, waar dat
gebruikelijk was voor gedrag dat je niet begreep. Als je
ziet hoeveel er in zorginstellingen ook nu nog gefixeerd wordt,
vraag je je wel eens af of de tijd daar heeft stil gestaan.’
"Mensen met
dementie hebben vaak last van onrust. Die onrust kan
veroorzaakt worden door pijn, lichamelijk ongemak,
gevoelens van onzekerheid of andere redenen.
Onrustige patiënten moet je naar mijn mening niet
fixeren; je moet op zoek gaan naar de oorzaak van
die onrust. Zorgverleners moeten dus een goede
visie ontwikkelen over dementie en over de
verschillende klachten waarmee mensen met dementie
te kampen kunnen hebben."
MET ELKAAR
Hans Houweling heeft nooit gefixeerd. Onder fixeren verstaat hij
overigens met name het gebruik van de Zweedse band en alle
andere middelen die tot doel hebben de betrokkene aan zijn
plaats te binden. Denk aan polsbandjes, spanlakens, hansopjes
enzovoort. Hoe kreeg hij dat voor elkaar? ‘Simpel, door het niet
te doen,’ is zijn antwoord.
Aanvankelijk werkte Hans in een somatisch verpleeghuis. De
eerste locatie waar hij de medische eindverantwoordelijkheid
kreeg, was Overspaarne, het verpleeghuis in Haarlem dat
hij zelf in 1980 mocht opzetten. Het spreekt vanzelf dat in dit
huis Zweedse banden niet welkom zijn. Hans: ‘Dus ging ik alle
medewerkers uitleggen waarom niet’. Hij was daarin zo
overtuigend dat personeel en management met hem mee gingen.
Lachend: ‘We hadden die dingen niet in huis, dus konden ze die
ook niet gebruiken.’
DILEMMA’S
Natuurlijk heeft Hans ook voor dilemma’s gestaan. Bijvoorbeeld
met bewoners die vaak uit bed vallen. In zulke gevallen zei hij:
‘We gaan met elkaar dit probleem delen. We onderzoeken
waar het vandaan komt. Wat is de voorgeschiedenis van
deze bewoner? Je betrekt de familie erbij en kijkt
met elkaar: wat is hier aan de hand? Vervolgens gaan we
de oplossingen bespreken. Het zijn er misschien een
heleboel. Maar die éne oplossing, namelijk de Zweedse band, die
heb je niet. Dan accepteer je dus het risico dat iemand wel
eens valt. Is dat erg? Als het niet tot ernstige gevolgen
leidt, moet je je ook afvragen of dat dan erger is dan
vastbinden. Je moet natuurlijk wel je verantwoordelijkheid
nemen. Je kijkt wel of alles zo veilig mogelijk is. Je zorgt er
bijvoorbeeld voor dat het bed heel laag staat. We hebben wel
eens mensen op een matras op de grond laten slapen.’
MANAGEMENT
"Wees je
bewust van de rechten die je hebt als patiënt of
zorgvertegenwoordiger. Fixatie is een maatregel
die alleen toegepast mag worden als de patiënt - of
diens zorgvertegenwoordiger - daarmee instemt. Als
die instemming er niet is en er wordt toch
gefixeerd, dan is er sprake van een dwangmaatregel
en moet de zorgverlener dat melden bij de Inspectie
voor de Gezondheidszorg. Zij kunnen dan maatregelen
nemen.’"
Soms stond Hans voor dilemma’s waarvoor hij de medewerking van
het management in riep. ‘Bij heel erg onrustige cliënten, die
heel veel zorg vragen, moet het management bereid zijn een
extra medewerker in te zetten. Je kunt zeggen: “Die
onrustige man zetten we vast”, of: “nee, dat doen we niet”. Dat
kun je natuurlijk niet lang volhouden, je financiële rekstok is
beperkt, maar we deden het wel in Overspaarne, en later ook in
Polderburen in Almere. Voor een bepaalde periode zet je een
extra verzorgende in en intussen bedenk je een oplossing.’
Hans verwacht méér van het management. Niet-fixeren
vergt van hen deskundigheid en kennis van de literatuur. ‘Ze
moeten op zijn minst op de hoogte zijn van de
richtlijn
valpreventie van het CBO – Kwaliteitsinstituut voor de
gezondheidszorg.’ Dit instituut brengt richtlijnen uit op het
gebied van de gezondheidszorg, richtlijnen die kwaliteit van
zorg garanderen. ‘De richtlijn valpreventie komt erop neer dat
je geen Zweedse banden moet gebruiken om vallen te voorkomen.’
Tenslotte vindt Hans het de taak van managers om hun
medewerkers toe te rusten en in staat te stellen niet te fixeren.
‘Ze moeten zorgen voor hun medewerkers, hen steunen en
verantwoordelijkheid voor ze nemen. Dus niet zeggen: “Als er wat
gebeurt in de nacht, is het jóúw verantwoordelijkheid.”’
ROL VAN VERPLEEGHUISARTS
Hans benadrukt dat je het samen moet doen. ‘Het is een
aangelegenheid van het hele team. De verzorgende moet zich
gesteund voelen door de familie, het management en de
dokter. Zéker de dokter.’
In menig zorghuis pakt het anders uit, weet Hans uit ervaring.
‘Daar zegt de verzorging tegen de dokter: “Ik vind dat mevrouw
in een bandje moet.” De dokter zet zijn handtekening en neemt
er geen verantwoordelijkheid voor. Of hij denkt: “Het zal
wel goed zijn.” Ik vind dus van niet. De verpleeghuisarts
moet zijn verantwoordelijkheid nemen en uitleggen waarom fixeren
schadelijk is.’ En ja, dat vergt energie van de
verpleeghuisarts. Die moet soms intensieve gesprekken voeren
met familieleden en verzorgenden. Ook Hans heeft dit vaak
gedaan. Niet-fixeren vraagt meer van de verpleeghuisarts. ‘Hij
moet bereikbaar en beschikbaar zijn, ook als het moeilijk wordt,’
zegt Hans. ‘Hij moet zo nodig andere disciplines erbij betrekken
en zorgen dat het probleem goed wordt geanalyseerd.’
ROL VAN VERZORGENDEN
Wat vergt niet-fixeren van de verzorgenden? Hans: ‘Ze zullen
alerter moeten zijn, want je voelt je verantwoordelijk. Je
gaat eerder met iemand een rondje lopen.’ Maar het
belangrijkste is dat verzorgenden snappen wat zorg voor mensen
met dementie inhoudt. Hans: ‘Mensen met dementie zijn op
zoek naar houvast. Hun onrust betekent eigenlijk: “Hou me vast.”
Dan is het natuurlijk raar dat je zegt: “Ik bind je vast.” Dan
laat je iemand in de steek. Dat vasthouden
doe je met je handen en je hart. Ik noem het warme zorg.’
WARME ZORG
Warme zorg is een visie op zorgverlening die gebaseerd is op
de gehechtheidstheorie van de (overleden) Engelse psychiater
John Bowlby. Hij veronderstelt dat kinderen zich moeten
kunnen hechten aan een veilige moeder. Dit
gehechtheidsgedrag komt bij volwassenen terug in situaties
die als levensbedreigend worden ervaren. ‘Mensen met
dementie raken de weg kwijt en dat reactiveert het
gehechtheidsgedrag,’ zegt Hans. ‘Ze zoeken hun huis en
hun moeder, maar zijn eigenlijk op zoek naar nabijheid,
geborgenheid en veiligheid. Daarop promoveerde destijds
de psycholoog Bère Miesen.’
Hans vroeg zich af: wat betekent deze theorie voor de zorg
voor mensen met dementie? ‘Dat die zusters die een arm om
je heen slaan, je lekker instoppen in bed en al dat soort
lichamelijkheid, dat het daarom gaat. Warme zorg
betekent dat je nabijheidzoekend gedrag beantwoordt, door
nabijheid, huiselijkheid en geborgenheid te bieden en een
vertrouwensband met je cliënt aan te gaan.’
KLEINSCHALIG
Maakt het verschil of je niet-fixeren in kleinschalig wonen
invoert of in grootschalige zorg? Hans denkt van wel. ‘Binnen
een kleinschalige organisatie, waar de zorg kleinschalig is
georganiseerd, deel je meer verantwoordelijkheid. Je voelt
beter aan waar het om gaat. Wellicht dat het daar gemakkelijker
gaat. Maar het is geen voorwaarde, geen garantie. De garantie
zit hem toch in de mensen.’
Volgens Hans zitten veel zorgorganisaties in een strak
keurslijf waar heel veel is geregeld. ‘Een organisatie
moet uit dat strakke regime. Je moet je medewerkers
verantwoordelijkheid geven en de ruimte om dingen te kunnen doen.
Dat kun je wel beter binnen een kleinschalige organisatie.’
VERBODEN
Hans vat het kort en bondig samen: ‘Fixeren
is slechte zorg, dat moeten we niet meer willen.’ Als
het aan hem ligt, wordt de Zweedse band verboden. ‘Ik ben heel
teleurgesteld dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg dit niet
doet. De Inspectie weet dat er per jaar vele ongevallen
gebeuren, waaronder sterfgevallen. En over de psychologische
aspecten van fixeren, wordt al helemaal niet gesproken…’
Hij besluit: ‘Een middel dat zo aantoonbaar slecht is en
zelfs tot sterfgevallen leidt, een slecht middel met heel veel
nare bijwerkingen…dat zou je meteen uit de markt moeten halen.’
Bewegen is goed voor mensen
met dementie. Dat staat vast. Veel onderzoeken hebben dit al
aangetoond. Door letterlijk te bewegen breng je de hersenen ook
in beweging. Daarmee kun je de dementie niet stoppen, maar wel
vertragen en de omstandigheden verbeteren. Doordat de mensen met
dementie zich beter voelen, wordt de zorg voor hen ook leuker om
te doen. De bewoners zullen ’s nachts weer rustig slapen. Als
mensen beter gaan eten en hun conditie verbetert, worden ze
actiever. Je kunt meer leuke dingen met ze doen.
Waarom beweging goed is...
Het is bekend dat lichamelijke
activiteit, zoals lopen, goed is voor de mens, voor de
lichamelijke conditie en het gevoel van welbevinden. Veel minder
bekend is dat lichamelijke activiteit een positief effect kan
hebben op een heel ander aspect van ons functioneren, namelijk
op onze cognitie, ofwel onze intellectuele vermogens. Bij
gezonde ouderen is aangetoond dat lichamelijke activiteit een
gunstig effect heeft op dat aspect van onze cognitie dat een
essentiële rol speelt bij het zelfstandig functioneren, namelijk
de executieve functies (Cahn et al., 2000, Churchill et al.,
2000). Tevens is aangetoond dat veel bewegen de stemming,
voornamelijk depressie, verbetert (Fox, 1999).
Ondanks dat de wetenschappelijke basis voor een effect van
bewegen nog bescheiden is, mag verondersteld worden dat bewegen
ook bij ouderen met een dementie een gunstig effect heeft op
cognitie en stemming (bijvoorbeeld depressie). Het is ook om
deze reden dat een drietal projecten waarbij bewegen centraal
staat, geïmplementeerd gaan worden.
Binnen dit project
zijn drie deelprojecten te onderscheiden:
Kauwen Niet iedere oudere met een (beginnende) dementie is
meer in staat om te lopen. Deze groep is vaak wel nog in staat
tot het uitvoeren van andere motorische acties. Uit
verschillende onderzoeken komt naar voren dat kauwen de
doorbloeding van het brein bevordert en het verbetering teweeg
kan brengen in het cognitief functioneren (Farella et al., 1999;
Kawamura, 1989; Wilkinson et al., 2002). Het is om deze reden
dat een verbetering van het kauwvermogen (tandheelkunde,
mondhygiëne, dieet) wordt geïmplementeerd op afdelingen waar
ouderen met een dementie wonen.
Meer info
Lopen
Het doel van het eerste project is om lopen gedurende 30 minuten
per dag, 5 dagen per week, te implementeren op afdelingen waar
ouderen wonen met een (beginnende) dementie.
Meer info
Pijn
Leeftijd is risicofactor nr. 1 voor het ontstaan van dementie en
voor een toename van pijnklachten. Gezien de toenemende
vergrijzing zal het aantal ouderen met een dementie en
pijnklachten de komende jaren sterk toenemen (Scherder et al.,
2005). Ook depressie komt veelvuldig voor bij mensen met een
dementie (Wragg & Jeste, 1989). Bekend is dat bij volwassenen en
ouderen zonder dementie pijn en depressie elkaar wederzijds
beïnvloeden (Lépine en Briley, 2004). Depressie heeft ook een
negatieve invloed op het cognitief functioneren (Sachs-Ericsson
et al., 2005). Dit implementatietraject zal bestaan uit een
effectieve behandeling van pijn bij ouderen met een (beginnende)
dementie, waardoor tevens de stemming zal verbeteren en de
patiënt meer in staat zal zijn tot lichamelijke activiteiten.
Meer info
Geriater en gerontoloog dr. Erik Lambrecht:
"Dementerenden moeten
LICHAMELIJK en GEESTELIJK
in BEWEGING blijven"
De
dementerende zou moeten aangezet worden om in beweging te
blijven. Allerhande klusjes zowel binnen als buitenshuis en dit
binnen de eigen mogelijkheden. Een wandeling en genieten van de
natuur ligt al snel binnen de mogelijkheden.
Een halfuur, zeker drie maal per week, bewegen (wandelen,
zwemmen, fietsen, dansen, ...).
En blijven communiceren met vrienden, familie, kleinkinderen.
De HANDELING, de ACTIVITEIT telt, NIET het RESULTAAT.
Afgelopen
week overleden 2 senioren door fixatie in een Maastrichts
ziekenhuis
bron: Het
Belang van Limburg -
19/05/2008 (Kirsten BERTRAND)
Bijgaand
artikel het dagblad 'Het Belang van Limburg' sluit volkomen aan bij onze ervaring
van een paar dagen
later, toen we Tonia totaal overstuur en in paniek aantroffen
in haar kamer in het Sint-Franciskusziekenhuis te Heusden-Zolder
nadat ze, tegen haar wil in, werd gefixeerd op haar bed.
Het impact van een dergelijke handeling is vergelijkbaar met
een geketend dier dat plots van zijn elementaire
bewegingsvrijheid wordt beroofd. Een dergelijk ingreepkan
slechts in overweging genomen worden
in extreme situaties,onder professioneel
toezicht en voortdurende evaluatie van zowel de fysieke als de
psychische toestand van de patiënt. Een fixatie zal een patiënt niet rustiger
maken, maar lokt vaak regelrecht agressie uit. En een
extra agitatie of trauma tengevolge van een opgedrongen fixatie zal
zeker niet bijdragen tot een helend proces, maar integendeel
mogelijk blijvende (psychische) sporen achterlaten.
Een verwarde of opgewonden patiënt vooreerst elementair trachten
te kalmeren, is een must en vaak kan een open gesprek met
echte luisterbereidheid al wonderen doen, vooral met een
vertrouwenspersoon en al dan niet in combinatie van een
kalmerend middel. (HB)
Openbaar Ministerie (NL) verwijt verpleeghuis 'dood door schuld'
Verpleeghuisbewoner overleden
door
slechte zorg en zweedse band
bron: ANP - 8/09/2008
- Auteur: Redactie TVVonline
Het Rotterdamse verpleeghuis
Smeetsland heeft in 2005 een 81-jarige bewoner slecht verzorgd,
waardoor de man zeer waarschijnlijk is overleden. Dat heeft
forensisch arts Selma Eikelenboom vrijdag gesteld voor de
rechtbank in Rotterdam.De man werd in de zomer van 2005 dood
gevonden, hangend in Zweedse band waarmee hij door verzorgenden
in bed was gefixeerd.
Blaasontsteking De verzorgenden vonden de ernstig
demente man agressief en gedragsgestoord, en fixeerden
hem daarom 's nachts in zijn bed. Volgens de forensisch arts was
dat fout. Op basis van rapportages denkt ze dat de
onrust van de man werd veroorzaakt door
pijn als gevolg van een blaasontsteking.
Dossiers Als de arts van het verpleeghuis de patiënt lichamelijk
onderzoek had gedaan en de dossiers goed had gelezen, hadden de
klachten vrij eenvoudig verholpen kunnen
worden, zonder te fixeren. Bovendien deden medewerkers de
man de bedhekken niet omhoog. Ook kreeg de man drie controles,
veel te weinig, naar mening van Eikelenboom.
Opleiden Het Openbaar Ministerie verwijt de stichting De Stromen
Opmaat Groep, waartoe Smeetsland behoort,
dood door schuld. De organisatie had het personeel
volgens Justitie beter moeten opleiden en
begeleiden in het omgaan met de Zweedse band. De rechter
wil op een volgende zitting van medewerkers horen hoe zij zijn
geïnstrueerd over het gebruik van de band.
Zet
Nederlandse wetgeving deur open
voor toezichtsloos vastbinden?
bron: EO -
Moraalridders - 25/01/2012
'Als fixeren voortaan thuis ook
mag, dan gaan we iets toestaan wat we niet moeten willen.' Dat
zei Elly Duijff van het Innovatieplatform Dementie woensdagavond
in het EO-programma Moraalridders. 'Voor een dergelijke
maatregel is thuis veel te weinig toezicht.'
De Tweede Kamer debatteert woensdag over een wetsvoorstel met
betrekking tot vrijheidsbeperkende maatregelen tegen
problematische patiënten. Hoewel Kamerleden enkele maanden
geleden nog verontwaardigd reageerden op de situatie van de
vastgebonden Brandon bevat wet geen verbod op fixeren. In plaats
daarvan verruimt de voorgestelde wet de regels, door ook in de
thuissituatie fixeren mogelijk te maken.
Duijff begrijpt niets van het wetsvoorstel: 'Fixatie is
schadelijk voor de patiënt en maakt patiënten agressiever en
onhandelbaarder. Daardoor is het ook schadelijk voor de
hulpverleners. Iemand vrijlaten zorgt voor minder stress. Wij
snappen niet waarom de Kamer niet zoekt naar een oplossing die "evidence-based"
beter werkt: een algeheel fixatieverbod.
Creatief
Volgens Duijff kan een concrete situatie van soms uitzichtsloos
lijken. 'Een fixatie opheffen vraagt creatief denken, investeren
en afspraken maken. Oude praktijken moeten door nieuwe vervangen
worden. Maar het levert ook wat op: een beter leven voor deze
mensen.'
Zweedse
band
voor
100-jarige
zonder enig overleg
bron:
Het
Belang van Limburg -
20/05/2008 (Kirsten BERTRAND)
Op
15/5/2008 's avonds wordt de 100-jarige Antonia Nouwens met
rugklachten opgenomen in het Sint-Franciskusziekenhuis (CAZ) te
Heusden-Zolder. De volgende dag begeleid Hildegard Tonia bij
allerlei ziekenhuisonderzoeken van 9:00 tot 17:00 uur.
Herman en Hildegard nemen al jaren een mantelzorg- en
vertrouwensfunctie waar en nog dezelfde avond bezoeken ze Tonia
opnieuw. Afgezien van pijnscheuten bij een 'foute' beweging,
voelt Tonia zich eigenlijk niet zo slecht, maakt ze zelfs
grapjes, en wil ze liever naar huis...
De volgende dag verloopt als volgt:
Vanmiddag treffen we Tonia totaal
overstuur aan, vastgeriemd in haar ziekenhuisbed
van hetSint-Franciskusziekenhuis. Volkomen ‘tilt’ geslagen smeekte Tonia bijna hysterisch om
een schaar, om haar fixatieband door te knippen.
In paniek had Tonia zich blijkbaar tot op borsthoogte onder de
fixatieband gewrongen en de band zat zo knellend, dat ik mijn
hand er niet meer onderdoor kon schuiven. Nooit eerder in de
afgelopen 25 jaar dat ik Tonia ken, zag ik haar zo radeloos en
buiten zichzelf...
Alvorens
naar Tonia’s verhaal verder te luisteren en haar tot bedaren te
brengen, ontboden we onmiddellijk de verpleging om deze fixatie
te ontgrendelen.
Vervolgens trachtte Tonia zich te ventileren, maar ze was
dermate ontredderd, dat het
haar tijdens het eerste halfuur niet lukte, zich begrijpelijk
uit te drukken.
Pas meer
dan een uur later vertelt Tonia dat ze de fixatie als een
straf ervoer, o.m. als reactie op haar derde verzoek aan een
verpleegster om haar dienblad na het eten te verwijderen en haar
(in onduidelijke context) gemaakte opmerking aan een
verpleegster ‘dat ze geen hart had voor oude mensen’.
Nadat
Tonia enigszins wat tot rust gekomen was, hadden we een gesprek
met het verplegend team aangaande de noodzakelijkheid van de
fixatie, waarbij ze unaniem
wezen op hun verantwoordelijkheid, bij een eventuele
valpartij van Tonia.
Op onze eenvoudige vraag of Tonia's
blaassonde nog noodwendig was en waarom, kon ons geen antwoord
worden gegeven en verder
werd ons duidelijk gemaakt dat we, indien we ontevreden waren
over de verzorging van Tonia, we dr. Schellemans daar dinsdag
(!) maar moesten van in kennis van stellen, en haar vervolgens
elders onderbrengen.
Op onze
eerste vraagstelling of Tonia, gezien haar uitermate grote
opwinding, een kalmerend medicijn werd toegediend, werd
negatief geantwoord. Dat vinden wij, gezien de ernst van haar
agitatie en de dwang waarmee ze gefixeerd werd,
onbegrijpelijk!
Op een
tweede vraag waarom, voorafgaand aan een dermate ingrijpend
gebeuren om haar dwangmatig te fixeren, niemand het nuttig
achtte om ons daarover te contacteren, werd ons
geantwoord “dat daar geen tijd voor bestond”.
En
tenslotte bleef iedereen op een derde vraag, wie de
verantwoordelijkheid wilde dragen i.g.v. de 100-jarige Tonia
wegens een uitermate hoge agitatie omwille van haar dwangmatige
fixatie zou overlijden aan een hartinfarct, een zinnig
antwoord schuldig.
KLACHT
Verbijsterd door deze ervaringen besloten we een klacht te
formuleren aan de ombudsdienst van het ziekenhuis, die je
hierintegraal kan lezen
LEZERSBRIEF
dagblad HET BELANG van LIMBURG
Ik ben zelf werkzaam in een rust- en verzorgingstehuis. Wij
opteren voor nul-fixatiebeleid, mits een
goede voorlichting van personeel en de familie. Bij
valpreventie zijn er voldoende middelen om de
bewoners te beschermen, zonder het gebruik van
allerlei fixatiemateriaal.
Fixatie lokt agressie uit!Bewoners die niet gefixeerd zijn, zijn veel rustiger, ook
dementerenden. Dus, afschaffen die handel!!!
(Rika Figoureux, Overpelt)
19/05/2008 15:30
FIXATIE VAN ZORGVERLENER?
Een aantal uurtjes
verplichte fixatie integreren in de opleidingvan
elke zorgverlener die dergelijke handelingen later mag
uitvoeren, zou het vermogen tot empathie zeker
versterken.
Ondanks de wetenschap dat hij/zij na enkele uurtjes of op
eigen verzoek weer bevrijd
zal worden, kan een dergelijke ervaring misschien zeker
bijdragen tot een betere inschatting van het impact
van dergelijke handelingen.
BELEEFDHEIDSTELEFOONTJE VAN OMBUDSVROUW
Verder
dan het voorspelbaar beleefdheidsgehalte waarbij routinematig enige respons
dient gegeven te worden aan elke binnenkomende klacht, komen
we met het telefoontje van de ombudsvrouw Diane Mombers niet. We onthouden
dat de bewuste verpleegster over een A1 diploma
beschikt, dat haar wettelijk toelaat om een dergelijke
(fixatie)handeling uit voeren en dat de normale voorziene
procedures werden nageleefd. Overigens werd ons de vraag gesteld of
wij de intentie hadden om voor een ander ziekenhuis te kiezen en
dat er extra aandacht zou worden besteed
aangaande fixatiehandelingen,...:-)
Wij merken hierbij op dat wetten en procedures voortdurend
worden aangepast aan het doel dat ze beogen. Het is natuurlijk
makkelijker en getuigt van weinig empathie en èchte
verantwoordelijkheidszin, om zich bij een specifieke probleemstelling in te
dekken via bestaande regelgevingen en wetten, dan wel
ontvankelijk te zijn voor enige aangepaste benadering, die de
geest van deze wetten tot doel stelt.
TOESTEMMING VAN RECHTER NODIG
In Nederland geldt er een
beleid waarbij bij elke fixatie de toestemming van een
familielid/zaakgelastigde vereist is en in Denemarken is er
zelfs deze van een rechter nodig, hetgeen de ernst van
een dergelijke (be)handeling aangeeft.
getuigenis
"Moeder smeekte nog om nooit
meer vastgebonden te worden"
Kwellend
vraagteken over doodsoorzaak van moeder blijft bestaan
... Slechts luttele uren later
sloeg het noodlot toe.
Rond drie uur in de nacht van 3 naar 4
maart werden haar kinderen wakker gebeld met het trieste
nieuws van hun mama’s overlijden. Met z’n allen gingen we naar het
ziekenhuis, om nog even bij haar warme lichaam te kunnen zijn.
Ons nog steeds bewust van moeders dringende vraag om niet
gefixeerd te worden, informeerden we naar een eventueel gebruik
van fixatieriemen, hetgeen ten stelligste ontkend werd.
Toch bemerkte
ik op moeders nachtkastje het slotje van een
fixatieriem... En ook tekende er zich duidelijk sporen van
bondage en rode striemen af, ter hoogte van haar borststreek...
Lees
hieronder de aangrijpende getuigenis van Dany Elen m.b.t. het
overlijden
van zijn moeder Paulina Knaepen
(tekstuele
accentueringen door OUDERENHART.BE)
----- Original Message
----- From: Dany Elen To:
contact@ouderenhart.be Sent: Sunday, January 04, 2009 8:49 PM Subject: Paulina Knaepen
Paulina Knaepen was mijn
geliefde moeder... Ze was een zeer
pronte vrouw en net 84 jaar geworden toen ze op 23 februari
2004 werd opgenomen in het Sint-Jozef Ziekenhuis te
Sint-Truiden. Zoals elk mens had ook zij een leven met de nodige
ups en downs achter de rug. Ze stond nog behoorlijk sterk
in haar schoenen, maar vochtophopingen in haar voeten leidden
soms tot open
wonden.
Bijna twee weken
verbleef moeder in het ziekenhuis, alvorens ze haar
ziekenhuisbed moest inruilen voor het eeuwige leven. Nooit had
ze kunnen vermoeden dat dit bed, inclusief attributen, mede
verantwoordelijk zou zijn voor haar dood...
Vele hospitalen en
zorginstellingen kampen reeds jaren met een zwaar
personeelstekort en dat kunnen patiënten aan den lijve
ondervinden. Een bejaarde dame die naar het toilet dient
geholpen, krijgt vaak het gevoel dat zulke klussen er teveel aan
zijn. Welk fier wezen zal zich niet ongemakkelijk voelen wanneer
hij of zij hierbij om hulp moet vragen, laat staan indien hij merkt dat het ook
nog eens voor de
zorgverlener een probleem vormt.
Mijn moeder was ondanks
haar leeftijd en gezondheid nog een zeer zelfbewuste vrouw en
verstandelijk nog zeer alert. Tijdens de nacht van 2 op 3 maart
besloot ze om in haar eentje de weg naar de badkamer af te
leggen, maar kwam daarbij ten val. Ze zou daarbij de hulp door
verpleegkundigen zich nog lang herinnerd hebben, ware het niet
dat haar einde naderde.
Nog diezelfde nacht werd ze
vastgebonden in haar bed, een techniek die steeds meer wordt
gehanteerd om ‘oudjes in te tomen’ en die steeds vaker kritiek
oogst.
Wanneer we als bezorgde
familieleden moeder de volgende dag een bezoek brachten, werden
we meteen meegezogen in haar
traumatische ervaring van de nacht voordien, waarbij moeder werkelijk
smeekte om
nooit meer vastgebonden te worden.
Haar gesmeek was zelfs zo indringend, dat wij als nauwste
familieleden aanboden
om bij moeder te overnachten. Zo zou ze niet alleen zijn en dus niet
overgeleverd aan verpleegkundigen, in wie ze haar
vertrouwen had verloren.
Wegens het niet beschikbaar zijn van een eenpersoonskamer, bleek
dit initiatief helaas onmogelijk en onze teleurstelling daarover
kon enkel maar groeien, naarmate de tijd haar plan uitvoerde.
Afgezien van moeders angst voor fixatie leek het deze dame nochtans bijzonder goed te gaan.
Ze vertelde dat ze zich beter voelde en lachte nog met
grapjes.
Maar verontrust en op moeders indringend en significant verzoek,
verzochten wij de verpleging uitdrukkelijk om enige fixatie achterwege te laten.
Slechts luttele uren later
sloeg het noodlot toe.
Rond drie uur in de nacht van 3 naar 4
maart werden haar kinderen wakker gebeld met het trieste
nieuws van hun mama’s overlijden. Met z’n allen gingen we naar het
ziekenhuis, om nog even bij haar warme lichaam te kunnen zijn.
Ons nog steeds bewust van moeders dringende vraag om niet
gefixeerd te worden, informeerden we naar een eventueel gebruik
van fixatieriemen, hetgeen ten stelligste ontkend werd.
Toch bemerkte
ik op moeders nachtkastje het slotje van een
fixatieriem... En ook tekende er zich duidelijk sporen van
bondage en rode striemen af, ter hoogte van haar borststreek. Verbijsterd door
deze vaststellingen en gezien de positief evoluerende
gezondheidstoestand van moeder, bleef de optie ‘overlijden
door stress’ door mijn hoofd spoken.
Slapeloosheid blijkt in
onze familie een haast erfelijke kwaal te zijn, waarbij even de
benen strekken om daarna wat rust te zoeken in de zetel, een
doelmatige oplossing te vormen.
Een gegeven dat blijkbaar niet op enig begrip van de
verpleegkundigen kon rekenen. Opstaan associeerden zij enkel met een potentieel
gevaar en een kluistering aan bed kan daarbij voor hen de enige adequate
oplossing zijn.
De angst en trauma’s voor deze mensonwaardige behandeling
tijdens de vorige nacht, zijn moeder mogelijk fataal geworden.
Vermoedelijk heeft ze zich op een of andere
manier trachten los te wrikken, met een mogelijke verstikking of
hartaanval tot gevolg.
Wij dienden dan ook
klacht in bij de ombudsdienst van het ziekenhuis.
Samen met de
enige verpleegkundige die tijdens de nacht van moeders
overlijden dienst had, vond er een onderhoud plaats, waarbij men ons duidelijke en overtuigende antwoorden schuldig bleef.
Het gevonden fixatieslotje op het nachtkastje werd afgeschilderd
als een louter preventieve voorziening. En de striemen, hoewel
deze zich aftekenden over de ganse breedte van haar lichaam,
zouden enkel sporen van
reanimatie zijn...
Een
concrete doodsoorzaak van moeder is er nooit gegeven en zal
altijd als een kwellend vraagteken blijven bestaan. Fixatie van
bejaarde mensen is een vorm van fysiek en mentaal geweld en eist
dringend aanvaardbare en meer menswaardige alternatieven.
Dany
Elen,
jongste zoon van Paulina
TAGS: fixatie,
vastbinden, zweedse band, vrijheidsbeperking, ziekenhuis, rusthuis,
Antonia Nouwens, Dany Elen,
Els Derksen,Hans Houweling, Jan Hamers, Ine Smeets,
Gerrit van der Wal, Sint-Franciskusziekenhuis Heusden,